Hij werd in Boekarest geboren als zoon van een Roemeense vader en een Duitse moeder en kreeg zijn eerste muzieklessen van zijn ouders. Vervolgens studeerde bij de nodige docenten, onder wie Victor Bickerich en Anton Heiller voor orgel, Anna Barbara Spenker voor klavecimbel en Carl Milles voor orkestdirectie. Daarnaast nam hij compositielessen bij onder andere Mihail Jora, een leerling van Max Reger.

Vanaf 1968 doceerde hij orgel aan de Muziekacademie van Wenen. Orgelconcerten brachten hem over de hele wereld. Hij was ook een graag gezien jurylid bij internationale orgelconcoursen, gaf orgelcursussen in Liechtenstein, leidde de Internationale Academie voor Orgel en Oude Muziek in het Oostenrijkse Innsbruck en de Bachacademie in het Zwitserse Porrentruy.

In zijn werk als docent en organist stond de muziek van Johann Sebastian Bach centraal. Zo nam hij diens orgelwerken op en reconstrueerde hij diens cantate ”Ihr Tore zu Zion”, BWV 193. Zelf componeerde hij orgel- en orkestwerken, kamermuziek en vocale werken, zoals de passion ”Leiden und Tod Unseres Herrn Und Heilands Jesus Christus” en ”Vier alttestamentliche Gebete” voor alt en orgel. Voor orgel schreef hij onder andere de koraalfantasie over ”O Mensch, bewein dein’ Sünde groß” en ”Sieben Choräle zur Passion”.