Kooijmans oneens met Liechtenstein–uitspraak
Prof. mr. Pieter H. Kooijmans, de Nederlandse rechter bij het Internationaal Gerechtshof (ICJ), is het niet eens met de uitspraak in de Liechtenstein–zaak. In een pagina’s lange „afwijkende mening", die bij het arrest is gevoegd, beredeneert Kooijmans waarom het VN–hof de klacht van Liechtenstein tegen Duitsland wel degelijk ontvankelijk had moeten verklaren.
Vaduz had de klacht tegen Berlijn gebaseerd op de Europese conventie over vreedzame geschillenbeslechting, die tussen beide landen sinds 1980 van kracht is en geen werking met terugwerkende kracht kent.
Een meerderheid van de ICJ–rechters had geredeneerd dat het achterliggende conflict gaat over oudere feiten zoals de Benes–decreten, waarbij in 1945 „Duits bezit" in Tsjechoslowakije werd geconfisqueerd.
Maar volgens Kooijmans heeft het hof onvoldoende rekening gehouden met de „nieuwe situatie" dat in 1995 voor het eerst een Duitse rechter die oude teksten heeft toegepast op eigendom van iemand van een neutraal land.