Justitie verdenkt Nederlandse stichting van financiering Hamas
Stichting Israa helpt al decennia arme gezinnen en weeskinderen in Gaza. Nu verdenkt justitie de stichting van de financiering van Hamas.
Met scherpe slagersmessen snijden twee vrijwilligers een koe in tweeën. Achter de kadavers staan gelikte spandoeken met daarop het logo van stichting Israa en ”Al Adha 2023”, offerfeest. Even later gaan vrijwilligers langs de deuren om de verpakte vleesrantsoenen uit te delen aan arme families in Gaza-Stad.
Het is te zien op een video van een hulpactie, die is geplaatst op de Facebookpagina van stichting Israa (voluit: Internationale Steun Rechtstreeks Aan Armen). Het is een van de laatste levenstekenen van de stichting. Afgelopen juni pakte de politie Amin A. (55) en zijn dochter Israâ (25) op uit Leidschendam. Israâ was tot dan toe penningmeester van de liefdadigheidsinstelling. Haar vader Amin is een bekend gezicht binnen de internationale Palestijnse gemeenschap en als vrijwilliger betrokken bij de stichting.
Justitie verdenkt de twee van het overmaken van zo’n 6 miljoen euro naar organisaties die zijn gelieerd aan Hamas. Vader Amin is de hoofdverdachte en gaf volgens het openbaar ministerie „feitelijk leiding aan de strafbare gedragingen gepleegd door de stichting”. Het politieonderzoek startte naar aanleiding van meldingen van ongebruikelijke transacties.
Terwijl de strafzaak in volle gang is, werd vorige week op verzoek van de Duitse autoriteiten Rotterdammer Nazih R. aangehouden. Hij zit vast op verdenking van betrokkenheid bij de aanslagplannen van Hamas in Europa. Nazih was tussen 2005 en 2009 secretaris van stichting Israa.
Shock
De aanhoudingen zijn een unicum. Voor zover bekend werden nooit eerder Nederlanders gearresteerd vanwege financiering van of banden met Hamas. De terroristische organisatie bemoeit zich doorgaans weinig met Europa. „We zijn geschokt en in shock”, zegt een bestuurslid van stichting Israa in gesprek met Trouw. Ze doet namens het bestuur voor het eerst haar verhaal op voorwaarde van anonimiteit. „Wij hebben veel vragen.”
Stichting Israa is al ruim twintig jaar lang een spin in het web van stichtingen die vanuit Nederland (financiële) hulp bieden aan Palestijnen. De stichting zamelt via donateurs en in moskeeën geld in en helpt daarmee 1500 weeskinderen in Gaza. Ook delen vrijwilligers hulpgoederen uit aan Palestijnse vluchtelingen in kampen in Turkije en Libanon.
Al-Aqsa
Stichting Israa heeft een lange geschiedenis, die begon in december 2001 op een notariskantoor in Schiedam. Vier bestuursleden richtten daar een stichting op die armen in de wereld zou gaan helpen. Op de achtergrond was ook Amin A. betrokken. De oprichters kenden elkaar uit de moskee en via een islamitische vereniging in Rotterdam-West.
De belangrijkste activiteit van de stichting is een project rond weeskinderen in Gaza die donateurs financieel kunnen ‘adopteren’ voor 35 euro per maand. „Dat geld maakt een wezenlijk verschil in het leven van die kinderen”, zegt het huidige Israa-bestuurslid. „Zoals wel of niet naar school gaan, wel of geen tandpasta en wel of geen schoenen.”
Dit project werd tot 2003 geleid door stichting Al-Aqsa, die in dat jaar op de Nederlandse sanctielijst terechtkwam, vanwege vermeende banden met Hamas. Dat stichting Israa met de overname van het project ook (indirect) Hamas financierde, is in de jaren erna nooit gebleken. Begin 2021 concludeerde de gerenommeerde accountant Confinant –die de donaties uitgebreid onder de loep nam– dat geen euro werd witgewassen of bij terroristen belandde. Het accountantsonderzoek was nodig, omdat Rabobank de stichting kwijt wilde als klant. De rechter stond dat niet toe.
De stichting drijft op idealen, vertelt het bestuurslid. „Ik vind dat wij onze rijkdom moeten delen. Wij verwerpen elke vorm van geweld.” Tegelijkertijd is ontwikkelingsgeld naar Gaza sturen ingewikkeld. De grens tussen liefdadigheid en financiële steun aan terreur is onduidelijk, omdat veel goede doelen (informeel) banden hebben met Hamas. „Het ligt voor de hand om te denken dat de enige manier om hulp te bieden samen met Hamas is”, zegt islamoloog Joas Wagemakers, verbonden aan de Universiteit Utrecht.
Controles
Het geld van Israa komt via lokale ngo’s bij de Palestijnse armen terecht. Om zeker te weten dat het geld niet bij Hamas belandde, werd telkens gecontroleerd of die ngo’s niet op internationale sanctielijsten stonden. „Dat was nooit het geval, we waren daar juist heel secuur mee. Alle gelden naar Gaza werden gecontroleerd door de penningmeester (Israâ A., red.) én minstens één ander bestuurslid.”
Hoofdverdachte Amin A. had als vrijwilliger van Israa geen formele functie in het bestuur. Bij hem zijn grote sommen contant geld gevonden, terwijl de stichting een no-cash-policy hanteert. Justitie ziet hem als informele leider. Het huidige bestuur van Israa zegt dat Amin zijn eigen taken had als vrijwilliger. „Hij onderhield bijvoorbeeld contacten met moskeeën en vertelde naar buiten toe waar we voor staan. Hij was niet verantwoordelijk voor het betalingsverkeer.”
Advocaat Jill Leyten zegt dat haar cliënt Amin zichzelf omschrijft als adviseur van verschillende liefdadigheidsinstellingen. „De verdediging meent dat de beschuldiging aan het adres van cliënt onterecht is.” De strafzaak tegen Amin gaat verder in maart. Of stichting Israa wordt vervolgd is nog onduidelijk, maar het stichtingsbestuur weet één ding zeker: „Of we nu wel of niet vervolgd worden, wij zien geen toekomst meer.”
De volledige naam van het Israa-bestuurslid is bekend bij de hoofdredactie van Trouw.