Onderzoek: zelfcensuur komt voor op hogescholen en universiteiten
Op hogescholen en universiteiten komt het met enige regelmaat voor dat onderzoekers, docenten en studenten iets niet zeggen of opschrijven, omdat ze bang zijn voor de reacties. Dat melden onderzoekers van Technopolis Group die hier op verzoek van de Tweede Kamer een rapport over hebben geschreven. De meeste ondervraagden voelen zich vrij om te zeggen wat ze willen. Maar een aanzienlijke minderheid past wél zelfcensuur toe.
Minstens 13 procent van de onderzoekers, 14 procent van de docenten en 10 procent van de studenten voelt zich in redelijke of zeer sterke mate beperkt om zich vrij te uiten. Grofweg de helft van de genoemde groepen vindt zelfcensuur een probleem. Zij zien gebeuren dat minder perspectieven aan bod komen.
Zelfcensuur komt het meest voor in de disciplines recht, gezondheidszorg, vakgebieden die meerdere disciplines bestrijken en - zij het in mindere mate - economie. Dat kan komen omdat het in deze vakgebieden vaak gaat over maatschappelijke vraagstukken, zeggen mensen die hierover zijn geïnterviewd. Zij denken dat ook meetelt dat in deze studierichtingen veel wordt gediscussieerd over ideeën en theorieën, de omgangsvormen vaak hiërarchisch zijn en de prestatiedruk hoog is.
Mensen met een internationale achtergrond spreken zich eveneens vaker bewust niet uit. Dat komt vermoedelijk doordat ze minder bekend zijn met de omgangsvormen in Nederland, ze vaak te maken hebben met een taalbarrière en ze afhankelijker zijn van hun omgeving om zich professioneel en sociaal te ontwikkelen.
Op universiteiten ervaren onderzoekers, docenten en studenten meer druk dan op hogescholen. Klassen en werkgroepen zijn vaak kleiner in hogescholen en daardoor voelen mensen mogelijk meer vrijheid om zich te uiten.
De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) ziet in de onderzoeksresultaten „een aantal zorgelijke ontwikkelingen” die „de vrijheid van wetenschapsbeoefening bedreigen.” De organisatie is bezorgd over de nadelige invloed voor het publieke debat als wetenschappers zich daar niet meer in durven te mengen.
Ook het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) is bezorgd. „Binnen het hoger onderwijs zou een cultuur moeten heersen waarbij studenten zich veilig voelen om van elkaars ideeën te leren” reageert voorzitter Demi Janssen. Het onderzoek laat volgens haar zien dat „te vaak geen sprake is van zo’n veilige leercultuur”. ISO vindt dat universiteiten en hogescholen „proactief aan de slag” moeten gaan „om het studieklimaat te verbeteren”.