Een voormalige Britse militair wordt vervolgd voor moord om het bloedbad op Bloody Sunday in 1972. Een Noord-Ierse rechtbank besloot dat er voldoende bewijs is om de zaak voort te zetten.
De verdachte, die alleen bekendstaat als Soldaat F, is de enige Britse militair die wordt vervolgd voor Bloody Sunday. Britse militairen openden toen het vuur op ongewapende demonstranten in Londonderry. Er vielen dertien doden. Later overleed ook nog een veertiende slachtoffer.
De vervolging van Soldaat F leidt al jaren tot juridisch getouwtrek. Aanklagers besloten in 2021 om de zaak stop te zetten nadat een vergelijkbaar proces op niets was uitgelopen. Nabestaanden van slachtoffers stapten daarop met succes naar de rechter om het besluit teruggedraaid te krijgen.
Soldaat F wordt vervolgd voor twee moorden en de poging tot moord op vijf andere personen. Hij moet voorkomen in Belfast op een nog te bepalen datum. De broer van een van de slachtoffers riep de autoriteiten tegenover de BBC op haast te maken met de zaak. „Getuigen overlijden en zijn niet langer beschikbaar.”
De Britse regering bood in 2010 al excuses aan voor het „ongerechtvaardigde” optreden van het leger op Bloody Sunday. Uit onderzoek was gebleken dat de slachtoffers onschuldig waren en geen gevaar vormden voor de militairen.
Het bloedbad vond plaats tijdens The Troubles, een decennialange periode van geweld in het Britse Noord-Ierland. Daar stonden voorstanders van een verenigd Ierland tegenover unionisten die wilden dat Noord-Ierland bij het Verenigd Koninkrijk bleef horen.
