"Kabinet te slap in aanpak armoede"
Het kabinet is te slap in zijn aanpak van de armoede in Nederland. De nadruk ligt te veel op voorlichting, in plaats van concrete hulp, zegt woordvoerder R. Janssen van De Sociale Alliantie, een netwerk van organisaties rond armoedebestrijding. Vooral kinderen en jongeren van de mensen die in armoede leven, kunnen wel wat meer steun gebruiken.
De Tweede Kamer is van plan donderdag met staatssecretaris Van Hoof (Sociale Zaken) te debatteren over de bestrijding van armoede in minimagezinnen met kinderen. De Sociale Alliantie is een groep van meer dan vijftig organisaties, zoals de Raad van Kerken, de vakbewegingen FNV en CNV en de Chronisch Zieken en Gehandicaptenraad.
Janssen noemt het huidige kabinetsbeleid „autistisch". „Het gaat alleen maar over werk, werk, werk. Terwijl het kabinet de ogen sluit voor het feit dat er voor veel mensen gewoonweg geen werk is". Hij geeft als voorbeeld de discussie over jonge Polen die hier makkelijk werk kunnen vinden in de bouw- en landbouwsector. „Veel politici vinden dat werkelozen die banen zouden moeten opvullen, maar ze vergeten dat heel veel mensen in de bijstand dat werk fysiek gewoon niet aankunnen".
Janssen verwacht dat het kabinet na het debat besluit om nog meer voorlichting via de media te geven over armoede, bijvoorbeeld om de weg te wijzen naar de bijzondere bijstand of andere ’geldpotjes’. De Sociale Alliantie ziet liever dat er directe steun wordt gegeven, bijvoorbeeld aan allerlei particuliere initiatieven die zich inzetten voor armoedebestrijding, vooral voor kinderen en jongeren.
Zo is er in Amsterdam een sportfonds waar elftalleiders en sportverenigingen een beroep op kunnen doen voor bijvoorbeeld sportoutfits of schoenen voor kinderen uit arme gezinnen. De gemeente steunt dit fonds, maar het is een particulier initiatief en het is ook afhankelijk van particuliere donaties.
De Sociale Alliantie pleit ook voor veel meer betrokkenheid binnen het onderwijs. Scholen en leerlingen moeten zich realiseren dat niet elk kind uit een middenstandsgezin komt en elke zomer op vakantie gaat, aldus de allliantie. „Het beleid voor schooluitstapjes moet anders. Bij het voorschrijven van lesmateriaal en het gebruik van computers moet veel meer rekening worden gehouden met minima-kinderen", vindt Janssen.
Sommige gemeenten gaan hier slim mee om en helpen een handje. De gemeente Den Haag bijvoorbeeld heeft goede regelingen voor minimahuishoudens met kinderen die naar de middelbare school gaan.
„Gemeenten mogen van het Rijk niet meer categoriaal financiële extra’s geven aan minima. Dat moet allemaal individueel worden bekeken. In Den Haag houden ze de aanvraagprocedure simpel en testen ze de individuele aanvragen steekproefsgewijs. Dat mag en zo houden ze de kosten en de arbeidstijd zo laag mogelijk", aldus Janssen. Volgens de woordvoerder kan het per gemeente voor minimahuishoudens op jaarbasis honderden euro’s schelen.
„Het aantal huishoudens dat op of onder het sociaal minimum leeft, is sinds 2002 weer van 10 naar 12 procent gestegen. Bovendien zijn er steeds meer mensen met problematische schulden", schetst Janssen.