Hongarije beteugelt buitenlandse invloeden
Het Hongaarse parlement heeft een omstreden pakket wetten aangenomen om „buitenlandse invloed” te beteugelen. Critici vrezen dat deze wetten gebruikt zullen worden tegen onder meer andersdenkenden en oppositiegroepen die zich verzetten tegen het beleid van de nationalistische regering van premier Viktor Orban.
Volgens de website van het parlement, gedomineerd door de Fidesz-partij van Orban, zijn de wetten met een grote meerderheid aangenomen. Een van de maatregelen is de invoering van een officiële waakhond die verantwoordelijk wordt voor het voorkomen van „buitenlandse inmenging” in het verkiezingsproces. De instantie moet „organisaties identificeren en onderzoeken die geld uit het buitenland ontvangen” om „kiezers te beïnvloeden”. Overtreders riskeren gevangenisstraffen van meerdere jaren.
Met het pakket wil Orban „de soevereiniteit beschermen” van het Midden-Europese land dat lid is van de Europese Unie. De regering beschuldigt Brussel en meerdere organisaties regelmatig van het „uitdelen van miljarden euro’s” aan de oppositie.
Onlangs nog uitte de mensenrechtenorganisatie Raad van Europa zijn bezorgdheid en riep Hongarije op in te binden. Ook Amnesty International uitte kritiek, net als de Verenigde Staten. „De voorgestelde autoriteit heeft een mandaat dat adembenemend is in zijn reikwijdte”, aldus de Amerikaanse ambassadeur in Hongarije. Volgens hem doen de Hongaarse wetten de Russische wet tegen buitenlandse invloed „verbleken”.