Rechtbankuitspraak in zaak Gökmen T. over incidenten gevangenis
De rechtbank in Rotterdam doet dinsdag uitspraak in de zaak tegen tramschutter Gökmen T., die wordt verdacht van een reeks incidenten in de Rotterdamse gevangenis De Schie. Het Openbaar Ministerie heeft tien jaar cel geëist tegen T., die al levenslang kreeg opgelegd voor de aanslag die hij in maart 2019 pleegde in een tram in Utrecht. Daarbij kwamen vier mensen om het leven en raakten zes anderen gewond.
T. zou in februari 2021 een gevangenisbewaarder in het gezicht hebben gestoken met een zelfgefabriceerd wapen. Het slachtoffer werd geraakt in zijn rechterwang en oor. Volgens de officier van justitie was sprake van een moordpoging. Het was in haar visie „een onverhoedse aanval”.
Tien maanden later zou T. een pan met hete olie naar het hoofd van een medewerker hebben gegooid. Ook werd die dag een televisie, een magnetron, een PlayStation en een airfryer vernield in de recreatieruimte, waar T. niet mocht bidden. In juli 2022 zou hij fitnessapparatuur hebben vernield.
„De levenslange gevangenisstraf kan geen vrijbrief zijn om straffeloos strafbare feiten te blijven plegen. Het biedt gedetineerden geen immuniteit”, zei de officier van justitie. Ze eiste een extra celstraf omdat een veroordeling in de toekomst van invloed kan zijn bij de beoordeling van een gratieverzoek. De advocaat van T. vindt het opleggen van een extra gevangenisstraf „geen enkel doel dienen”.
T. woonde de strafzaak twee weken geleden deels bij. Bij aanvang van zijn strafzaak gaf hij als verklaring voor de incidenten dat hij gefrustreerd is over het gevangenisregime. Hij moet er al ruim twee jaar handboeien dragen, klaagde T. Ook mag hij er niet sporten en moet hij apart luchten op een kleine luchtplaats.