Rapport: niet-stemmers Rotterdam weinig vertrouwen in politiek
Rotterdammers die vorig jaar niet gingen stemmen voor de gemeenteraadsverkiezingen, deden dat niet omdat ze zijn afgehaakt in de maatschappij, maar om allerlei andere redenen. Dat blijkt uit onderzoek van de Haagse Hogeschool en de Universiteit Utrecht onder stemmers en niet-stemmers.
In Rotterdam nam 38,9 procent van de stemgerechtigden de moeite om hun stem uit te brengen voor de gemeenteraad. Dat is het laagste cijfer in Nederland. In sommige wijken in Rotterdam-Zuid, zoals Carnisse-Zuiderpark, ging minder dan een kwart van de mensen stemmen.
„Wel of niet stemmen zegt weinig over burgerparticipatie in bredere zin”, schrijven de onderzoekers in het rapport. Sommige bewoners zijn „politiek nooit ‘aangehaakt’ geweest”. De lagere opkomst verbaast de onderzoekers niet. „Jongeren, praktisch opgeleiden en mensen met een migratieachtergrond stemmen minder. Relatief veel Rotterdammers hebben die achtergrondkenmerken.”
Als reden om niet te gaan stemmen gaven de 1100 ondervraagden op weinig of geen vertrouwen in de politiek te hebben. „Er verandert toch niks”, hoorden de onderzoekers. Een andere reden is dat veel ondervraagden zich niet verdiept hebben in de verkiezingen en lokale politiek minder belangrijk vinden. Bij een deel van de niet-stemmers heerste er een gebrek aan urgentie. Ze hadden weinig aanleiding om ontevreden te zijn. Ook kwam een deel niet stemmen, omdat ze de Nederlandse taal niet voldoende machtig zijn en er bij hen onduidelijkheid is over hun stemrecht.
Wel hebben de stemmers en niet-stemmers advies aan de politici. „Luister, wees eerlijk en lever resultaat. Weet wat er speelt in de wijk, kom met echte oplossingen, betrek de bewoners en vertel het eerlijke verhaal.”
Vorige maand bij de Tweede Kamerverkiezingen (64,3 procent) en afgelopen maart bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten (42,6 procent) behoorde Rotterdam ook tot de gemeenten met het laagste opkomstcijfer.