Cultuur & boeken

Twee ruiters strijden om een lastdier

Titel:

Ds. T. C. Guijt
9 February 2005 07:43Gewijzigd op 14 November 2020 02:12

”Vrij of gedwongen? Erasmus, Luther en Augustinus over de vrije wilskeuze”
Auteur: prof. dr. W. Janse
Uitgeverij: Willem de Zwijgerstichting/Buiten en Schipperheijn, Amsterdam, 2004; 54 blz.
ISBN 90 7246 235 1
Pagina’s: € 4,30. De vraag of de mens kan kiezen voor God en Zijn genade heeft in de loop van de tijd velen beziggehouden. Want gaan wij ervan uit dat onze wil door de zonde totaal gebonden is, waar blijft dan onze verantwoordelijkheid? De mens is toch geen robot? Over dergelijke vragen is onlangs een belangwekkende brochure verschenen, geschreven door prof. dr. W. Janse en uitgegeven door de Willem de Zwijgerstichting.

Dr. W. Janse vergelijkt in ”Vrij of gedwongen?” de inzichten van Erasmus en Luther. Daarna behandelt hij de opvattingen van Augustinus, omdat zowel Erasmus als Luther zich op de kerkvader beroept. Het is een uitermate boeiende brochure geworden waarin de schrijver uitspraken uit de authentieke geschriften van genoemde theologen bespreekt.

Janse laat duidelijk zien dat het te simpel is om te stellen dat Erasmus in het spoor ging van Pelagius en dat Luther in alle opzichten Augustinus volgde. Tegelijk komt de kern van het verschil in de opvattingen van Erasmus en Luther duidelijk naar voren. Erasmus vat de vrije wil als volgt samen: „Het vermogen van de menselijke wil waarmee de mens zich kan toewenden tot, of afwenden van wat tot het eeuwige heil leidt.” Met een beroep op vele bijbelteksten waarin de woorden voorhouden, kiezen en zich afwenden voorkomen, wil Erasmus deze definitie onderbouwen. Als we uitgaan van de totale wilsonvrijheid van de mens, heeft dat als consequentie dat God tot Auteur van het kwaad gemaakt wordt, alsook tot een onrechtvaardige rechter.

Twee ruiters
Daartegenover stelt Luther: „De mens kan, wanneer Gods genade wordt uitgesloten, Zijn geboden in geen enkel opzicht houden, en zich niet op de genade voorbereiden, maar hij blijft noodzakelijkerwijs onder de zonde.” Letterlijk houdt Luther Erasmus voor: „Als je betwijfelt of miskent dat God niet alles toevallig, maar met noodzakelijkheid en onveranderlijkheid vooruit kent en wil, hoe zou je dan Zijn beloften kunnen geloven, daarop stellig vertrouwen en bouwen? Als Hij namelijk iets belooft, moet je er zeker van zijn dat Hij in staat is te vervullen wat Hij belooft, ja dat Hij het kan en wil. Anders zul je Hem niet voor waarachtig en betrouwbaar achten, wat neerkomt op ongeloof, de ergste goddeloosheid en loochening van de allerhoogste God.”

Luther weet terdege van de menselijke verantwoordelijkheid. Daarvan leggen zijn boeken over de Wet der Tien Geboden getuigenis af. Hij ontkent ook niet de handelingsvrijheid van de mens in ”lagere dingen”, maar de vrijheid van de mens wat zijn eeuwige toekomst betreft. Bekend zijn de woorden van de reformator: „De menselijke wil is in het midden geplaatst als een lastdier. Als God er op zit, wil hij en gaat hij waarheen God wil. Als de satan er op zit, wil hij en gaat hij waarheen de satan wil. Het is niet aan hem om vrij te kiezen, een van deze twee ruiters te benaderen, maar deze ruiters zelf strijden erom hem te bezetten en te bezitten.”

Als Erasmus wijst op Ezechiël 18:32 als bewijsplaats voor de wil van de mens om voor God te kiezen, antwoordt Luther: „Ezechiël refereert daar aan de gepreekte en aangeboden barmhartigheid van God, en niet aan de verborgen en vreeswekkende wil van God die naar Zijn raadsbesluit verordent wie aan de verkondigde barmhartigheid deel zullen hebben.”

Betrouwbare getuige
We mogen de auteur van genoemde brochure dankbaar zijn voor zijn onderzoek naar de bronnen van het werk van Erasmus, Luther en Augustinus. Eén kritische vraag van mijn kant: is het niet te afstandelijk als de schrijver eindigt met een uitspraak van Erasmus: „Ik heb de zaak uiteengezet, het oordeel is aan anderen?” (blz. 48) Het gaat hier toch om een uitermate fundamentele vraag die ons existentieel niet onbewogen kan laten? Genade wordt immers pas genade als de onbekwaamheid van de mens tot enig goed en de wilsonvrijheid van de mens ten volle worden gepeild. Op dat punt is Luther een betrouwbare getuige van de waarheid van Gods Woord!

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer