Omwonenden Uden naar rechter om noodopvang asielzoekers
Een groep van ruim dertig omwonenden in het Brabantse Uden heeft de gemeente Maashorst en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) voor de rechter gesleept. Ze zijn het niet eens met de wijze waarop een groep van driehonderd asielzoekers in hun ogen in een hotel van Van der Valk wordt „gedumpt”.
De nieuwe bewoners dienen op 11 december er hun intrek te nemen en mogen er tot uiterlijk 1 oktober 2026 verblijven. Om dit mogelijk te maken moet er van het bestemmingsplan worden afgeweken. Het COA heeft een aanvraag ingediend, maar de gemeente verwacht daar pas halverwege januari een besluit over te nemen.
Volgens de advocaat van de bezwaarmakers handelt de gemeente hiermee „onrechtmatig”. Ze kunnen namelijk pas bezwaar maken als er een besluit ligt en dan zitten de asielzoekers al in het hotel. „Er is helemaal niets besloten. De gemeente speelt eigen rechter.”
De bezwaarmakers benadrukken niets tegen de komst van asielzoekers te hebben, maar willen wel dat alles qua veiligheid goed is geregeld en er zicht is op „een menswaardige opvang.” Ze wijzen op de aanwezigheid van hangjongeren en drugsverslaafden in de omgeving en vrezen voor de veiligheid als daar nog asielzoekers bijkomen, ook voor de nieuwe bewoners zelf.
De gemeente zegt dat er vele informatiebijeenkomsten zijn gehouden. Maar die waren slechts voor een beperkte groep en bovendien werd hun advocaat de toegang geweigerd, werpen de bezwaarmakers tegen. Ook is er volgens Maashorst een veiligheidsplan opgesteld dat problemen in de buurt moet voorkomen.
Maashorst en het COA wijzen op de enorme druk die er op de asielopvang rust en de noodzaak om snel nieuwe opvangplekken te realiseren.
De bezwaarmakers hadden in juli een handhavingsverzoek neergelegd bij de gemeente om op te treden tegen de opvang op het moment dat die wordt geopend, omdat het strijdig is met het bestemmingsplan. Tot nu toe heeft Maashorst geweigerd daar een besluit op te nemen. Maar woensdagavond, de dag voor de rechtszaak, lag er opeens een zogeheten gedoogbeschikking. Die houdt in dat totdat er een definitieve vergunning is, de gemeente de opvang door de vingers ziet.
In die beschikking staat ook hoe de gemeente de belangen tussen de omwonenden en het COA heeft afgewogen, licht de gemeente kort toe. De advocaat van omwonenden wil die niet inzien, door de korte termijn waarop die is ingebracht.
De rechter doet op 8 december uitspraak.