Door de eis kon slechts 2 procent van de asielzoekers betaald werk vinden, stelt de FNV. „Deze eis belemmerde mensen die gevlucht zijn bij het vinden van werk. Velen willen zich nuttig maken voor de Nederlandse maatschappij, maar vonden de regering op hun weg”, aldus Jong. „We zijn blij met deze aanpassing, maar het is tekenend dat de overheid door de Raad van State gedwongen wordt zich aan het recht te houden.”

Door de 24 wekeneis mochten asielzoekers slechts 24 van de 52 weken per jaar werken in Nederland. Het UWV gaf hen daarvoor een vergunning, mits hun asielprocedure minimaal zes maanden gaande was. Na het verstrijken van die 24 weken, had deze groep de resterende 28 weken geen toegang tot de arbeidsmarkt. Dat is een eis waarvan de hoogste bestuursrechter woensdag oordeelde dat die in strijd is met het Europees recht.

Volgens Jong zijn asielzoekers hard nodig op de krappe arbeidsmarkt. Maar deze groep is zelf ook gebaat bij het vinden van werk. „Niet alleen leveren ze via het werk een belangrijke bijdrage aan de samenleving, maar het is ook goed voor hun welzijn en het leren van de taal”, zegt Jong.