Het kerkverband heeft in 2021 voor het eerst zelf een zendingswerker uitgezonden: J. Bolier, die werkzaam is in Zuid-Afrika. Ook geeft het steun aan de vervolgde kerk en aan evangelisatiewerk onder moslims. De bijeenkomst werd georganiseerd door het deputaatschap zending en evangelisatie in samenwerking met het deputaatschap Hulp bij Bijzondere Noden.

Bolier vertelde over zijn werk voor Stichting Bethlehem, die actief is in de omgeving van Pretoria. Hij begon met een opmerking van een Zuid-Afrikaan die hem vroeg of de Heere Zuid-Afrika had verlaten. Daarna concludeerde Bolier dat de samenleving van dat land „ernstig kapot” is.

De vroegere inwoner van Elspeet is er toch gaan werken omdat het door de Heere in zijn hart gelegd was. Hij trof er drugs- en drankverslaving en prostitutie aan, die hem soms de moed benamen. Een ontmoedigende ervaring maakte hij mee met een man die aan de drugs was, maar die telkens weer met Bolier in gesprek ging en uiteindelijk in een afkickkliniek terechtkwam. „Twee weken geleden ging hij daar weg om terug te keren naar de drugs en de diefstal.”

Lichtpuntjes

De tekst 2 Timotheüs 2:10 was voor Bolier een bemoediging om door te gaan. Er waren ook praktische lichtpuntjes, zoals dat van een vrouw. Toen de zendingswerker een keer ergens liep, kreeg hij uit een achtertuin de vraag: „Pastor, pray for us” (Pastor, bid voor ons). Hij raakte met vier vrouwen in gesprek en bracht de boodschap uit Johannes 8, over de overspelige vrouw. Een van de vrouwen vertelde later aan Bolier dat ze prostituee was en dat sinds die dag alles in haar leven veranderd was. „Ze ging haar zonden tellen. Ze hoorde over vergeving. Ze stopte met de verkoop van haar lichaam en besteedde aandacht aan haar kinderen.”

Bolier vertelde later tijdens het forumgesprek dat zijn werkdagen bestaan uit het opzoeken van Zuid-Afrikanen, het vormen van groepjes mensen, hun de Bijbel vers voor vers uitleggen en het voeren van persoonlijke gesprekken met mensen thuis. Als blanke merkt hij zelf niet veel van weerstand tegen het Evangelie, maar de mensen die gegrepen worden door de boodschap wel. „Ze krijgen tegenstand van hun familie omdat ze de oude goden loslaten.”

Wedergeboorte

Een zendeling, van wie de naam niet genoemd mag worden in verband met veiligheid, die gesteund werd door de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, vertelde over zijn werk in een Oost-Aziatisch land. Hij zei dat de prediking op de plaatsen waar hij kwam voorheen te vaak bleef steken in het opnoemen van leerstukken en dat de kennis van Jezus Christus en Die gekruisigd werd gemist. „De wet functioneerde niet als middel tot ontdekking aan de zonden, maar was moralistisch.”

De laatste jaren zag hij op kleine schaal dingen veranderen. Een voorbeeld daarvan is het verhaal van een jonge voorganger die tot verandering kwam. „Tijdens onderwijs dat de voorganger kreeg, werd zijn hart doorstoken door de Bijbelse boodschap. Hij zei dat hij ontdekte dat hij in het verleden nooit echt geloofd had.”

Drie maanden later schreef de voorganger in een brief over zijn wedergeboorte. „De Heere heeft de woorden van Psalm 130:7 en 8 waar doen worden. Om 2 uur in de nacht verlichtte de Heilige Geest deze woorden voor me. Toen was het alsof een grote last van zonden van mij was afgeschoven. Nu heb ik vrede in Christus.”

Noord-Korea

Tijdens de bijeenkomst vertelde iemand (van wie de naam niet genoemd mag worden in verband met de veiligheid) dat het deputaatschap Hulp in Bijzondere Noden steun verleent aan christenen in Noord-Korea, dikwijls in samenwerking met andere organisaties die daar werken. Zo zijn er de afgelopen jaren Bijbels verspreid in Noord-Korea, naast andere boeken. Verder geeft het deputaatschap financiële steun aan christenen in Noord-Korea en aan christenen die dat land ontvlucht zijn.

De bijeenkomst werd geopend door ds. M. Krijgsman, predikant in De Beek-Uddel en voorzitter van het deputaatschap zending en evangelisatie. Hij vertelde later dat een bezoek aan het zendingsveld in Zuid-Afrika een „onuitwisbare indruk” op hem had gemaakt door de wijze waarop de mensen luisterden naar het Woord.

Ds. J.A. Weststrate uit Gouda, die aan de wieg stond van het zendingswerk in Zuid-Afrika toen hij predikant in Silverton was, sloot het gedeelte voor de pauze af. Het slotwoord werd gesproken door ds. J. Roos, de plaatselijke predikant.