Cultuur & boeken

De kerstening van de Zuidelijke Nederlanden

Zoals Willibrord en Bonifatius in Nederland bekend zijn, zo is Amandus in België bekend. Historicus Geert Berings (1957) schreef een boek over hem: ”Hak om, die boom. Een verhaal van de kerstening in Vlaanderen”.

Jan van Reenen
23 November 2023 13:20Gewijzigd op 23 November 2023 14:49
Sint-Amandus aan het hof van de Frankische koning Dagobert. beeld Gemeentelijke bibliotheek Valenciennes
Sint-Amandus aan het hof van de Frankische koning Dagobert. beeld Gemeentelijke bibliotheek Valenciennes

Amandus (ca. 600-ca. 680) werkte als zendeling in België. In zijn jeugd werd hij monnik. Vervolgens leefde hij vijftien jaar in een kluis in de Franse stad Bourges op water en brood, waarna hij een reis naar Rome maakte en missiebisschop werd. Hij trok Vlaanderen door, waar hij vooral werkzaam was langs de oevers van de Schelde in de omgeving van Gent. Amandus
was een tijdje bisschop van Maastricht, maar dat beviel hem niet. Hij stichtte diverse kloosters en bracht zijn laatste jaren door in het door hem gestichte klooster van Saint-Amand-les Eaux.

Berings’ boek bestaat uit drie gedeelten: het eerste gaat over de tijd vóór Amandus, het tweede over Amandus en het derde met name over missionaire activiteiten van Amandus en anderen in het huidige België.

De auteur gaat kritisch om met zijn bronnen, waaronder de Vita Sancti Amandi (Leven van Sint-Amand). Van de daarin genoemde feiten blijft niet heel veel over, zeker niet als het om mirakels gaat; maar ook „feiten” moeten het soms ontgelden. Zo vraagt hij zich af of Amandus wel echt in de Pyreneeën geweest is.

Het is terecht dat de schrijver een kritische vinger legt bij de levensbeschrijvingen van heiligen. Hij constateert dat de schrijvers van toen elkaar vaak naschreven, met name als het om wonderen gaat. Een voorbeeld daarvan is het mirakel van de opwekking uit de dood bij het Frankische hof. Amandus pleitte daar voor een ter dood veroordeelde, maar het hielp niet. De man werd opgehangen. Amandus liet het lichaam naar zijn cel brengen. Daar bleef hij de hele nacht biddend bij hem. De volgende dag leefde de man weer en kreeg hij de zegen van Amandus mee. De schrijver gelooft niet in dit wonderverhaal. Hij noemt soortgelijke wonderverhalen en vermoedt dat de schrijvers van toen elkaars verhalen overgeschreven hebben. „De gelijkenis met Amandus’ mirakel is te treffend om toevallig te zijn.” Bovendien, zo stelt Berings, leefde er in die tijd geen Frankische graaf die Dotto heette.

Heiligenverering

De schrijver keert zich ook tegen de heiligenverering, die volgens hem in de zevende eeuw en de eeuwen erna groot was. „Naarmate de kerstening zich verspreidde ontstond in de nieuw gekerstende gebieden de behoefte aan eigen heiligen die de nieuwe religie ook lokaal verankerden.” Als voorbeelden van zulke heiligen noemt hij Martinus, Eligius en Amandus.

Berings stelt dat de christelijke kerk zich in die tijd vaak aanpaste om de heidenen te winnen. Hij noemt de heilige heidense bronnen die eerst werden verboden, maar later vervangen door een heilige heilzame bron.

Toch beveel ik het boek niet aan. Dat is in de eerste plaats vanwege de geringschatting van de Bijbel door de auteur. Een zin als „De evangeliën bulken al van de wonderverhalen die de macht van God en de onmacht van de tegenstanders illustreren” getuigt niet van eerbied voor Gods Woord.

Ik vroeg me tijdens het lezen af hoe het ondanks alles mogelijk was dat het christendom toch zo groeide. Zou het werkelijk komen door de macht van koningen, heiligen en anderen die de gewone mensen als het ware in hun greep hadden? Het zal best waar zijn dat het geloof toen bij velen nog niet zo diep zat, maar dat betekent niet dat ze niet overtuigd waren van de waarheid van het Evangelie.

Reformatie

De ondertitel luidt: ”Een verhaal van de kerstening in Vlaanderen”. Voordat Amandus en de kerstening echt in zicht komen, zijn we ongeveer 150 bladzijden verder, circa de helft van het boek. Het derde gedeelte, ”Amandus in de Scheldevallei”, gaat maar zeer ten dele over Amandus. Daarna komen er allerlei beschouwingen over de komst van het christendom.

Ten slotte vind ik het verhaal niet boeiend, al doet de titel anders vermoeden. Het is toch te veel een wetenschappelijk relaas geworden van dingen die wel of niet echt gebeurd kunnen zijn en van de fasen van de komst van het christendom.

Geïnteresseerden in de geschiedenis kunnen door dit boek wel een indruk krijgen van de vroege christelijke geschiedenis van onze zuiderbuur België en ook van de moeite die gepaard ging met de kerstening. Dat daarvan wel degelijk sprake was, bewijst onder andere de tijd van de Reformatie. Juist hier schoot het calvinisme toen wortel. Toen deze calvinisten uit de Zuidelijke Nederlanden verjaagd werden, zetten velen hun leven voort in de Noordelijke Nederlanden. Willen hun nazaten opstaan?

Boekgegevens

19865933.JPG

”Hak om, die boom. Een verhaal van de kerstening van Vlaanderen”, Geert Berings; uitg. Ertsberg; 314 blz.; € 27,95

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer