Kappers Irak doelwit van islamitische scherpslijpers
Sadiq Abdul Hussein was kapper. Hij is dood omdat hij baarden trimde. Soennitische extremisten die in de wijk Dora in Bagdad de dienst uitmaken, jagen op kappers die zich niet houden aan hun extreme uitleg van het islamitische voorschrift dat mannen hun baard moeten laten staan.
Sommige extremisten beschouwen een westers kapsel ook als een symbool van de gehate, wereldlijke Europese en Amerikaanse cultuur. Wie een getrimde baard of een modern kapsel draagt, moet daarom dood.
Abdul Hussein is de vijfde kapper binnen een maand die in Dora is vermoord. Op een zwart doek dat als uiting van rouw is opgehangen, staat alleen dat hij stierf als gevolg van een „betreurenswaardig incident.” Maar Imad Hammad zegt dat hij bij Hussein in de zaak was om geknipt te worden, toen een lange man met een sjaal voor zijn gezicht binnenkwam en het vuur opende met een machinepistool.
„Ik zag de vuurflits in de loop en daarna verloor ik het bewustzijn”, aldus Hammad, die in zijn buik werd geschoten. Imads vader, Hamad al-Dulaimi, geeft de schuld van het geweld aan buitenlanders. „Die Arabische extremisten slachten onze zonen af, alleen om onrust te stoken.”
Ali Hussein, een 25-jarige kapper die een eigen salon heeft in Dora, heeft net als collega’s briefjes van de extremisten gekregen met aanwijzingen hoe het haar geknipt dient te worden. „Ze verbieden ons zelfs om posters met de jongste haarmode op te hangen.” Hij knipt nu zijn klanten in het geheim thuis. „Ik wil niet vermoord worden, maar ik wil ook niet failliet gaan.”