Dat formele oordeel gaf de staatsraad maandag tijdens een spoedprocedure die was aangespannen door leden van actiegroep ”Gebukt onder het Ecoduct”. Die is fel gekant tegen de wijze waarop de gemeente Soest een referendum hield over de zogeheten voorkeursrechtaanwijzing van de gronden rond de plek waar het omstreden ecoduct komt. Met een dergelijke aanwijzing heeft een gemeente het eerste recht de gronden te kopen als deze door de huidige eigenaren worden verkocht.

Het referendum viel door de lage opkomst in het water. Daardoor werd de benodigde meerderheid van 30 procent om het voorkeursrecht tegen te houden niet gehaald. Op grond van de gemeentelijke referendumverordening mag de gemeenteraad de uitslag naast zich neerleggen.

Gebukt onder het Ecoduct wil echter dat het referendum ongeldig wordt verklaard omdat de gevolgde procedure niet zou deugen. Volgens woordvoerder R. van Woudenberg heeft de gemeente Soest geknoeid met de kiesoproepen. „Mensen die volgens de eigen referendumcriteria van de gemeente niet in aanmerking kwamen om te kiezen, kregen toch een oproep om te stemmen.”

Bovendien maakt de gemeente de formele fout door de bezwaren tegen het referendum direct naar de Raad van State door te sturen. Het rechtscollege verwees maandag de bezwaarschriften terug naar de gemeente. Die zal nu een inhoudelijk oordeel over de bezwaren van de actiegroep moeten geven.

Als de actiegroep het niet met dat oordeel eens is, kan hij naar de rechter stappen. Pas in hoger beroep komt de Raad van State weer in beeld.

Volgens Van Woudenberg is de kans groot dat het referendum uiteindelijk ongeldig zal worden verklaard. „Het is in dat geval aan de gemeente om te beslissen om al dan niet een nieuw referendum te houden.”