Rice verlaat met opgewekte boodschap het Midden–Oosten
De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Condoleezza Rice, heeft maandag op opgewekte toon afscheid genomen van het Midden–Oosten. „Ik vertrek uit de regio overtuigd van het succes van de bijeenkomst van morgen tussen president Abbas en premier Sharon", aldus de kersverse bewindsvrouw maandag. Ze doelde op de dinsdag in Sharm el–Sheikh te houden eerste Israëlisch–Palestijnse top sinds het begin van de tweede Palestijnse opstand in 2000.
Rice hield de Israëlische premier Sharon en de Palestijnse president Abbas een actievere bemoeienis van de regering–Bush II met het Midden–Oosten voor. „Er mag geen twijfel bestaan over de Amerikaanse toewijding aan het proces, geen twijfel bestaan over de toewijding van de president (Bush) en geen twijfel bestaan over mijn persoonlijke toewijding", aldus de minister na een ontmoeting met de Palestijnse leider Abbas.
Als blijk van de actievere bemoeienis van het Witte Huis, dat zich vier jaar lang vrijwel niet heeft gemengd in het Israëlisch–Palestijnse conflict, heeft het Sharon en Abbas dit voorjaar uitgenodigd. Het is voor het eerst dat een Palestijnse leider naar Washington gaat, sinds de Amerikaanse president Bush in januari 2001 aan de macht kwam. De Verenigde Staten weigerden sindsdien elk contact met de voorganger van Abbas, de eind vorig jaar overleden Yasser Arafat. Sharon bracht sinds 2001 negen bezoeken aan Bush.
Daarnaast zal Washington een veiligheidscoördinator voor Israël en de Palestijnse gebieden benoemen om het vredesproces vooruit te helpen. De functionaris moet „de Palestijnen helpen bij de hervormingen van het veiligheidsapparaat en bij het monitoren (van de rust op de grond)", zei Rice. Later maakte ze bekend dat de veiligheidscoördinator generaal William E. Ward wordt.
Rice liet ook weten dat de Amerikaanse regering binnen negentig dagen 40 miljoen dollar van een beloofde 350 miljoen aan de Palestijnse Autoriteit zal overmaken zodat de gevolgen van de hulp snel zichtbaar worden. Het geld is bestemd voor de wederopbouw van Palestijnse instellingen en infrastructuur. Bush zegde het geld toe tijdens zijn State of the Union vorige week.
President Bush liet maandag weten „onder de indruk" te zijn van zowel Abbas als Israël. Hij prees de pogingen van de Palestijnse president terrorisme te bestrijden en de Israëlische hulp bij het organiseren van de Palestijnse verkiezingen. „Wat u ziet is een proces dat tot wasdom komt, waar mensen betrouwbaarder worden", aldus de president tegen journalisten.
Zijn minister van Buitenlandse Zaken prees eveneens de inspanningen van Abbas om de rust te herstellen en aanslagen te voorkomen. Zij benadrukte dat de ’routekaart’ de enige weg naar vrede in de regio is. Die kaart moet uiteindelijk leiden tot een Palestijnse staat naast Israël. Rice riep de Israëli’s en de Palestijnen op om „maximale inspanningen te leveren om deze mogelijkheid voor vrede een echte kans te geven".
De Amerikaanse verwachtingen voor de top in het Egyptische Sharm al–Sheikh dinsdag zijn hooggespannen, zei Rice. Daar ontmoeten Abbas, de Israëlische premier Sharon, de Jordaanse koning Abdallah en de Egyptische president Mubarak elkaar. Volgens Palestijnse bronnen liegen de voortekenen er niet om. In de Egyptische badplaats zal volgens de Palestijnse minister en chefonderhandelaar Saeb Erekat een „wederzijds en totaal" staakt–het–vuren worden afgekondigd.
Hoewel optimisme overheerst, reageren politici in de regio ook terughoudend op de hernieuwde Amerikaanse bemoeienis met het Midden–Oosten. Velen menen dat het nog veel te vroeg is victorie te kraaien en wachten liever af, zeggen waarnemers na het bezoek van de Amerikaanse bewindsvrouwe. Door schade en schande is men wijs geworden. Hoopvolle situaties liepen eerder vaak uiteindelijk op niets uit.