Geestelijk verzorger steeds vaker bij mensen thuis
De predikant of pastoor is niet de enige met wie je een goed gesprek over de zin van het leven voert. Zo’n gesprek is zeker in een seculiere samenleving steeds vaker de taak van een geestelijk verzorger.
Wie geestelijk verzorger met een zending wil worden, zit na een bacheloropleiding nog minimaal drie jaar in de studiebanken. Dat kan korter, dacht Anke Liefbroer (33), universitair hoofddocent godsdienstpsychologie en geestelijke verzorging aan Tilburg University. Ze bedacht daarom samen met haar collega’s een tweejarige masteropleiding. Na de zomer hoopt ze met de eerste studenten te beginnen. Liefbroer deed eerder onderzoek naar de rol die levensbeschouwing in het dagelijks werk van geestelijk verzorgers speelt en kent het werkveld dus goed.
Wat doet een geestelijk verzorger precies?
„Geestelijk verzorgers bieden begeleiding bij levensbeschouwing en zingeving. Ze werken altijd in situaties waar iets op het spel staat. Dat kan leven en dood zijn, de vraag naar de zin van het leven, of een situatie waarin je moeilijke beslissingen moet nemen. Daarom zie je ze bij zorginstellingen, bij de politie, in het leger, in gevangenissen en sinds kort in het aardbevingsgebied in Groningen en bij mensen thuis. Maar waar ze ook actief zijn, een belangrijk deel van hun werk bestaat uit het voeren van gesprekken.
Maar dat is niet het enige: ze organiseren vieringen of herdenkingen en leiden soms een moreel beraad. Wanneer er bijvoorbeeld een moeilijke medische beslissing moet worden genomen, kunnen geestelijk verzorgers helpen om alle belangen in kaart te brengen. Daardoor kan er een goede beslissing worden gemaakt.”
Wat heb je nodig om een goede geestelijk verzorger te zijn?
„Het eerste dat bij mij opkomt, is empathie. Je komt bij mensen in een heel kwetsbare situatie, op een moment waarop zij grote vragen hebben. Daarom moet je goed kunnen luisteren en heb je geduld nodig. Want levensvragen bespreek je niet in vijf minuten. Het is handig om een beetje lef te hebben, want in een ziekenhuis loop je bijvoorbeeld gewoon rond en moet je een gesprek durven beginnen.
Juist doordat je in gesprek gaat over zingevingsvragen, is het goed om te weten waar je zelf staat. Als je daar zelf niet open over kunt zijn, zijn de mensen die je spreekt dat ook niet zo snel. Je gaat als geestelijk verzorger niet alleen in gesprek met mensen die er wel ongeveer hetzelfde in staan als jij. Daarom moet je je tot andere levensvisies kunnen verhouden. Dat betekent natuurlijk niet dat je geen eigen overtuiging kunt hebben, wel dat je je goed in anderen moet kunnen verplaatsen en met hen mee moet kunnen denken.”
Waarin verschilt een geestelijk verzorger van een dominee of pastoor enerzijds en een coach of therapeut anderzijds?
„Een dominee of pastoor is verbonden aan een geloofsgemeenschap, een geestelijk verzorger is in dienst bij een instelling. Geestelijk verzorgers hebben vaak wel een zending vanuit een bepaalde geloofsgemeenschap. Een geestelijk verzorger spreekt met iedereen, een dominee of pastoor komt vaak juist bij de mensen uit zijn of haar gemeenschap. Het verschil tussen een geestelijk verzorger en een coach of therapeut is dat een gesprek met een geestelijk verzorger over levensbeschouwing gaat, over existentiële vragen dus. Een therapeut is niet levensbeschouwelijk geschoold, een geestelijk verzorger wel.
De laatste jaren gaan geestelijk verzorgers steeds vaker bij mensen thuis langs. Soms verwijst een huisarts of wijkverpleegkundige mensen naar een geestelijk verzorger, maar je kunt er zelf ook naar op zoek. Dat komt soms bij oudere mensen voor. Dat je bijvoorbeeld terugkijkt op je leven en eigenlijk had gehoopt dat het allemaal anders was gelopen. Of je zit met vragen over rouw en verlies. Zelf heb ik de afgelopen jaren veel onderzoek gedaan naar geestelijke verzorging in de palliatieve zorg. Daarbij gaat het om zorg aan mensen die weten dat ze niet meer beter worden. Dan kun je je zomaar afvragen: wat moet, kan, en wil ik nu nog?”
Er is een groeiende behoefte aan geestelijk verzorgers. Hoe komt dat?
„Het werkveld van geestelijk verzorgers is de laatste jaren uitgebreid. Daarnaast zijn er steeds minder mensen aangesloten bij een kerk. Ben je dat wel, dan voer je zingevingsgesprekken vaak met een expert uit je eigen geloofsgemeenschap. En er zijn heel wat geestelijk verzorgers die straks met pensioen gaan.”
Waarin onderscheidt deze nieuwe opleiding zich van bestaande opleidingen?
„De driejarige opleidingen zijn eigenlijk klassieke ambtsopleidingen, bedoeld om predikant of priester te worden, waarmee je dus ook geestelijk verzorger kunt worden. We merkten onder de bachelorstudenten dat ze nog eens drie jaar vaak te lang vinden. Je hebt ook eenjarige opleidingen, maar die zijn eigenlijk te kort om jezelf kennis en vaardigheden die een geestelijk verzorger nodig heeft eigen te maken. Bovendien zenden geloofsgemeenschappen geen mensen uit met een eenjarige opleiding.
Daarom hebben we een tweejarige opleiding bedacht, waarbij je vakken die je vooral in een strikt kerkelijke context of een parochie nodig hebt, niet hoeft te volgen. We hebben niet alleen vakken geschrapt, we hebben eigenlijk een heel nieuw curriculum ontwikkeld met veel aandacht voor onderzoek én identiteit en dialoog. Dat doen we juist vanwege de grote verschillen tussen de mensen met wie je als geestelijk verzorger werkt.”