Achter de naaimachine voor Mercy Ships
Twee tweelingzussen uit Assen zijn in de avonduren achter hun naaimachines te vinden, ieder in hun eigen huis. Onder de naam Recycling Matties maken ze tassen en kussens van oude zeilen voor hulporganisatie Mercy Ships. „We hebben het zo goed. Waarom zou ik nog meer geld moeten hebben?”
Op de ene kant van de boekenlegger staat een jongen met O-benen. Maar als je de bladwijzer omdraait, zie je dezelfde jongen rechtop staan. Mattie van Sleen (61) en Baukje Pastoor (61) geven de boekenlegger aan kinderen die iets bij hun kraam kopen. „Kijk, daar heb jij voor gezorgd!” zeggen we dan. De twee zussen –ze zijn een eeneiige tweeling– maken toilettassen, kussens, rugtassen, strandstoelen en zitzakken van voornamelijk oude zeilen van boten en windsurfplanken en verkopen die op markten. De opbrengst gaat naar Mercy Ships, die met haar ziekenhuisschepen de hele wereld over vaart om mensen te helpen.
Ja hoor, de zussen willen best iets vertellen over hun vrijwilligerswerk voor Mercy Ships. Pastoor is voor de gelegenheid bij haar zus Mattie aan de keukentafel geschoven. „Een jaar of vijf geleden dacht ik: wat zal ik nu eens naaien? Ik naaide vrij veel kleding, maar ik had geen zin om wéér een jurkje voor mezelf te maken. Ik had al zo veel… Toen besloot ik iets te gaan recyclen”, vertelt Van Sleen.
„Mijn zus en ik komen uit een watersportfamilie. We hadden surfplanken en een zeilboot en hielden van zwemmen. Zeilen gaan op een gegeven moment bollen en dan moet je ze vervangen, wil je nog vaart kunnen maken. Maar zeilen doe je niet weg, daar zit een herinnering aan. Zo had ik ook nog een oud regenboogzeiltje van mijn moeder. Daar ben ik kussentjes van gaan maken.”
Opbrengst doneren
Van Sleen had er zo veel plezier in dat ze oude surfzeilen ging opkopen via Marktplaats. Ook daar maakte ze kussentjes van en verkocht die via Facebook. Ze besloot de opbrengst te doneren aan Mercy Ships. Al gauw haakte haar tweelingzus Baukje aan en zo ontstond Recycling Matties, een label dat je in al hun producten terugvindt. „Mercy Ships sponsorden we al jaren”, vertelt Pastoor.
„In Nederland is de gezondheidszorg eigenlijk heel goed. Maar als je op sommige plekken in Afrika een gezwel in je nek hebt, dan word je niet geholpen. Er is bijvoorbeeld geen zorg beschikbaar of er zijn geen artsen in het land die dit kunnen behandelen. Bovendien worden mensen ook nog eens uitgestoten én hebben ze kans hun baan kwijt te raken. Het medisch personeel van Mercy Ships helpt zulke mensen. De operaties worden gratis gedaan, maar daar is dus wel geld voor nodig.”
Haar zus geeft een ander voorbeeld: „Soms worden vrouwen na een bevalling incontinent. Ook dan worden ze uitgestoten, omdat ze stinken. En dat terwijl er met de juiste hulp prima iets aan te doen is.”
Op markten
Sinds 2018 staat de tweeling iedere zomer op markten in –vooral– Friesland. Maar ze komen ook graag in een plaats als Elburg. „In Friesland vind je de watersporters en die zijn helemaal gek op de dingen die wij verkopen. We zijn één keer naar een markt in Drenthe geweest maar daar verkochten we niets.”
Ritsen, benzine en de kraamhuur. Dat zijn de enige kosten die van de winst afgaan. „We hebben allebei een industriële naaimachine gekocht, maar dat hebben we van ons eigen geld gedaan”, vertellen de vrouwen open. Wat ze vragen voor hun zelfgemaakte items? „De kussens kosten 15 tot 20 euro. De rugtassen zijn 40 euro; daar zit heel veel werk in. En voor de toilettassen vragen we 10 tot 15 euro. We zeggen ook altijd tegen de kopers: Het is voor het goede doel en er blijft niets aan de strijkstok hangen.”
„Kopen, kopen, kopen. Dat willen we niet meer”, zegt Van Sleen. „Al die nieuwe spullen…” vult Pastoor aan. „We hebben het zo goed. Waarom zou ik nog meer geld moeten hebben? Wat moet ik daarmee doen? We moeten ook aan andere mensen denken. En gewoon geld geven is zo makkelijk.”
„Door het maken van de kussens en tassen kunnen we onze liefde voor naaien, watersport, recyclen en onze medemensen combineren”, aldus Van Sleen. Maar de twee zussen hebben nóg een link met Mercy Ships: ze werken allebei in de zorg, Pastoor als fysiotherapeut en Van Sleen als medisch secretaresse in het ziekenhuis in Groningen.
Dienen
Van Sleen en Pastoor zijn een twee-eenheid. Als de een iets uitlegt, knikt de ander. En ze vullen elkaar aan. Vooral als ze vertellen waaróm ze dit doen. „We willen een stukje van Jezus laten zien”, zegt Pastoor. „Dienen”, vult haar zus aan. De schuur die Van Sleens man ooit bouwde in de achtertuin doet nu dienst als opslagplaats. Inmiddels zijn het niet meer alleen oude zeilen die de twee zussen een nieuw leven geven. Ook van parasols, zonweringen, banners en leer maken ze allerhande gebruiksartikelen. „Kijk”, Pastoor laat een chique bruine tas zien. „Deze heb ik gemaakt van de oude leren bank van onze ouders. We gebruiken hem nu als geldtas op de markten waar we staan.” Marktplaats afstruinen naar oude zeilen hoeft niet meer. Inmiddels zijn de zussen zo bekend dat de zeilen hun van alle kanten worden aangeboden.
Het naaien voor Mercy Ships was ook een uitlaatklep de afgelopen vijf jaar. Pastoor: „We hebben acht jaar voor onze ouders gezorgd; dat was intensief. Mijn moeder overleed vijf jaar geleden, ze was nagenoeg blind en had een herseninfarct gehad. Voor ze overleed zei ze: „Denken jullie aan papa?” Onze vader had dementie. We hebben het toen op ons genomen om met z’n tweetjes voor hem te zorgen totdat hij vorig jaar overleed. Hij woonde vlak bij Mattie en kon nog lange tijd zelf naar haar huis lopen. Ik kwam dan ook en nam mijn naaimachine mee – toen had ik nog een kleintje. Mijn vader kreeg koffie en we gaven hem een karweitje. Hij kon niet meer praten, maar hij glunderde dan van plezier.”
Vorig jaar namen de twee zussen een kijkje op een van de schepen van de organisatie waar ze zich zo voor inzetten. De Global Mercy meerde in februari 2022 aan in Rotterdam en de organisatie had Van Sleen en Pastoor gevraagd om gastvrouw te zijn. „Die dagen op het schip waren zo leuk”, zegt Pastoor. „We hebben vele mensen enthousiast gemaakt om mee te gaan met het schip.
Soms zei iemand: „Ik wil heel graag mee, maar ik ben niet medisch geschoold.” Dan vroeg ik: „Kun je uien snijden?” en als iemand dan „Ja” stamelde, dan zei ik: „Nou, dan kun je mee. Want er zijn ook mensen in de keuken nodig.” Het is zo mooi hoe iedereen op het schip met elkaar samenwerkt. De een is niet hoger dan de ander. In een gewoon ziekenhuis zie je vaak veel hiërarchie. Bij Mercy Ships niet.”
De ziekenhuisschepen zijn niet de enige die kunnen rekenen op de inzet van Van Sleen en Pastoor. Binnenkort zal er een Dorcaswinkel zijn deuren openen. Dit zijn kringloopwinkels waarvan de opbrengst is bestemd voor de hulporganisatie Dorcas. Het is de 45e in Nederland.
De twee zussen hebben zich opgeworpen als aanjagers van dit project. Maar als de winkel eenmaal open is, hopen ze zich wat terug te kunnen trekken uit de organisatie en vooral actief te zijn in de winkel zelf. Op de vraag of ze nog een bepaalde droom hebben in hun leven, antwoordt Van Sleen zonder aarzelen: „We willen heel graag mee met het schip.” Pastoor beaamt dat. „Onze mannen? Die vinden het helemaal prima.”
Recycling Matties is ook te vinden op Facebook.