Ds. Verschuure op mannenbondsdag GG: „Wie een wit kleed heeft, bezoedelt dat dagelijks”
Zoals de Schepper een bijzondere orde heeft aangebracht in de schepping, zo maakt de Heilige Geest in de herschepping de weg bekend waarin de orde des heils geschiedt.
Dat zei ds. A. Verschuure zaterdag in de Bethlehemkerk te Woerden op de bondsdag van de Bond van Mannenverenigingen van de Gereformeerde Gemeenten (GG). Ongeveer tachtig bezoekers woonden de bijeenkomst bij.
De predikant uit Genemuiden ziet in de orde des heils een bepaalde lijn, geen systeem of standen in het genadeleven. Standen gaan volgens hem dieper in op hoe de orde des heils beoefend wordt.
De orde des heils is een Bijbelse orde, zei ds. Verschuure. Daarin ziet hij: roeping, wedergeboorte, bekering, geloof, rechtvaardigmaking en heiligmaking. De nodiging tot het heil kan volgens hem losstaan van de orde des heils, want de nodiging komt elke zondag tot een ieder. „Die kan ons in de klem brengen. Een ruim aanbod van genade maakt ons temeer verantwoordelijk.”
De roeping noemt ds. Verschuure de eerste orde van het heil. Roeping en wedergeboorte komen bij God vandaan, stelde hij. De kern van de gereformeerde leer is volgens de predikant dat God roept. „Doden horen de stem van God en die ze gehoord hebben, zullen leven.”
Waarom roept God mensen? „Die Hij tevoren geordineerd heeft, die heeft hij in de tijd geroepen. Het is dus Gods verkiezend welbehagen. Omdat er een welbehagen is, roept Hij mensen en krijgt een geroepene leven.”
Wedergeboorte
Volgens ds. Verschuure is dat de wedergeboorte, die aan het geloof voorafgaat. In de wedergeboorte wordt de mens met Christus verenigd. Wel maakt de predikant uit Genemuiden verschil tussen wedergeboren worden en Christus omhelzen of iets van Hem te „smaken”. „De vereniging met Christus is het fundament, niet de mate van de geloofsoefening.”
Een wedergeboren ziel ontvangt geloof, „onder het horen van het Woord, en brengt tot geloven. Geloven is kennen, toestemmen en vertrouwen. Die moeten we niet uit elkaar trekken of verfrommelen”, aldus ds. Verschuure. Zo is er volgens hem orde in het verwerven van de zaligheid en het ontvangen van de zaligheid.
Bekering is het afsterven van de oude mens en het opstaan van de nieuwe mens, stelde de predikant. Uit de dadelijke rechtvaardigmaking vloeit de lijdelijke heiligmaking voort, vervolgde hij. „In onze gemeenten houden we niet zo van juichende christenen”, zei hij. „Het witte kleed dat we ontvangen hebben, bezoedelen we dagelijks. Dat stemt tot ootmoed.”
Volgens de puriteinen zouden er meer trappen in de orde des heils zijn, zei iemand tijdens de forumbespreking. Volgens ds. Verschuure worden er soms dingen gezegd die niet direct in de Bijbel staan, maar die worden gebruikt om dwalingen te weerleggen. Zo komt de uitdrukking dat „de weg van de Borg de weg van de Kerk” is, niet in de Schrift terug.
David
In zijn openingswoord sprak bondsvoorzitter ds. E. Bakker, predikant te Veen, over Psalm 39, waarin David in zijn hart laat kijken. „David is in strijd en benauwdheid. Ze hebben het op zijn leven gemunt. Toch wil hij geen kwaad woord van God spreken. God laat David niet omkomen.”
David kijkt „over de omstandigheden heen”, heft zijn hoofd op en zegt: „En nu, wat verwacht ik, o Heere! Mijn hoop, die is op U.” Volgens ds. Bakker is dat het grootste voorrecht.
„David is verstomd”, aldus de predikant. „Hij zal zijn mond niet opendoen. Zo wordt zijn ziel klein onder God.”