Programma BBB: veel ideeën, weinig inkleuring
In maart, bij de provinciale verkiezingen, werd BBB nog ’s lands grootste, maar daarna belandde de partij in de peilingen in een vrije val. De laatste tijd ligt de financiële kant van de BBB-plannen onder een vergrootglas. Terecht?
Het is belangrijk dat kiezers weten waar de BoerBurgerBeweging (BBB) voor staat, vindt de partij. Wie meer over BBB wil weten, kan zijn hart ophalen: de partij produceerde 128 pagina’s aan visie en politieke wensen. Het vorige verkiezingsprogramma, uit 2021, was een stuk beknopter. Dit keer zijn ook over onderwerpen als medische ethiek en buitenlandbeleid paragrafen te vinden.
”Van vertrouwenscrisis naar noaberstaat”, heet het verkiezingsprogramma. Noaberschap, er voor elkaar zijn, noemt BBB één van haar kernwaarden. De partij zegt een beweging te zijn voor „mensen die niet gezien en gehoord zijn door de overheid”; normale, hardwerkende Nederlanders die volgens BBB te horen kregen dat zij niet meer meedoen. Het werk van de partij is pas voltooid als zij zich weer onderdeel van de samenleving voelen en als mensen weer naar elkaar omkijken, zo valt te lezen. Oftewel: „Als Nederland een noaberstaat is.”
Aan ideeën is bij BBB geen gebrek. Sommige zijn uitgesproken creatief. Zo stelt de partij dat maar liefst 85 procent van de schade aan de Nederlandse fauna wordt veroorzaakt door ganzen. De oplossing van BBB: de jacht op ganzen uitbreiden, waarna het vlees voor bijvoorbeeld daklozen is, of voor burgers die bij de voedselbank moeten aankloppen.
Over de invulling van de talloze wensen verschaft het programma echter op veel punten geen helderheid. Zo wil de partij dat er „rigoureus geschrapt gaat worden in de wetten en regels”. Maar welke er in élk geval moeten sneuvelen? BBB noemt er een aantal, maar het „rigoureus schrappen” lijkt toch een kreet die niet al te veel doordenking heeft genoten. Wim Suyker, voormalig econoom bij het Centraal Planbureau (CPB), zette op een rijtje welke regelgeving BBB in het programma wil afschaffen en welke nieuwe regels worden voorgesteld. Wat blijkt? De lijst met nieuwe regels is een stuk langer dan het aantal dat BBB concreet voorstelt om te schrappen.
Er vallen nog meer grote stellingnames in het verkiezingsprogramma te lezen. „We waarborgen de betaalbaarheid en leefbaarheid in Nederland” is er daar één van. Maar de kiezer kan slechts gissen of de plannen van BBB bij elkaar opgeteld deze grote beloftes waarmaken.
Rekenmeesters
Dat brengt op een volgend mankement. De partij doet tal van voorstellen, maar de kosten en opbrengsten ervan zijn tot nog toe grotendeels onbekend. BBB heeft er namelijk voor gekozen het verkiezingsprogramma niet te laten doorrekenen door het CPB. De rekenmeesters kijken naar wat plannen kosten, „maar er wordt nooit berekend wat goed, effectief en efficiënt beleid uiteindelijk oplevert”, klaagde Caroline van der Plas tijdens de algemene beschouwingen over de aanpak van het CPB.
In de doorrekening van het planbureau ligt de nadruk op hoe het land er in 2028 financieel voorstaat. BBB betoogt dat zij maatregelen voorstelt die weliswaar nu geld kosten, maar op langere termijn geld opleveren. De partij pleit er bijvoorbeeld voor om het eigen risico sterk te verlagen en „indien mogelijk” in de komende jaren af te schaffen. BBB stelt dat eigen risico leidt tot zorgmijding, met als gevolg hogere zorgkosten in de toekomst.
Hoewel de roep om meer aandacht voor de langere termijn legitiem en begrijpelijk is, zijn de doorrekeningen van het CPB daarmee niet waardeloos. Ja, partijen slaan elkaar met de uitkomsten om de oren, waardoor er een prikkel is om er vooral voor te zorgen dat plannen op korte termijn goed uitpakken. Maar géén doorrekening laten maken –naast BBB geldt dat onder meer ook voor NSC– levert óók kritiek op. In het geval van BBB is die zelfs heel fors.
Politieke concurrenten denken hier een zwakke plek bij de partij van Caroline van der Plas te hebben gevonden. Bij de genoemde algemene beschouwingen kwam BBB voor het eerst serieus onder vuur te liggen vanwege een vermeend gebrek aan financiële degelijkheid. Een storm van kritiek stak op toen Van der Plas voorstelde het minimumloon „enigszins” te verhogen en dit te betalen uit „de uitgavenkant”. De BBB-voorvrouw specificeerde haar motie desgevraagd, maar de toon was gezet. CDA-leider Henri Bontenbal nam de term „gratis bier” in de mond, die BBB sindsdien enigszins lijkt te achtervolgen. Van der Plas is het niet eens met de kritiek.
Discussie
Vooralsnog is ze er echter niet in geslaagd de kou uit de lucht te halen. Recent maakte een interview in De Telegraaf opnieuw de tongen los. Op de vraag of Van der Plas wist wat een drietal zorgplannen kosten, antwoordde ze dat haar was verteld dat het hele BBB-programma 5 à 6 miljard euro zou kosten. Volgens de krant telden alleen de drie zorgplannen echter al op tot minstens 7,5 miljard euro. Of de voorstellen op langere termijn nu renderen, of niet, aan het begin kósten ze in elk geval geld. „Als je gelijk gaat zeggen: dat kost zoveel… daarmee stop je altijd elke discussie”, aldus Van der Plas.
Waar het geld vandaan moet komen? De BBB-voorvrouw noemde onder meer snoeien in de overheidsuitgaven aan advies- en consultancybureaus en het verminderen van de lastendruk in de zorg. Eerder zei de BBB-voorvrouw al eens dat de bureaucratische regels in de zorg zo’n 22 miljard euro kosten. Van der Plas stelde toen voor daar 10 procent van af te schaffen, waarmee dus 2,2 miljard euro zou worden vrijgespeeld.
Volgens oud-CPB-econoom Suyker laat het BBB-programma het overheidstekort in 2028 met tenminste zeven miljard euro oplopen. Hij heeft van veel partijen die hun programma niet lieten doorrekenen, zelf de financiële gevolgen in kaart gebracht. Grote klappers bij BBB zijn het verhogen van de defensie-uitgaven en het afschaffen van de btw op groente en fruit. Volgens Suyker hangen daar prijskaartjes aan van achtereenvolgens 3,7 miljard en 1,5 miljard euro.
Het bedrag van 7 miljard is echter een onderschatting, schrijft hij. Veel maatregelen zijn namelijk „onvoldoende gespecificeerd” om door te rekenen, aldus Suyker. Zo kon hij de gewenste sterke verlaging van het eigen risico niet meenemen in de berekening. Duidelijk is echter dat het om een flinke kostenpost gaat, afgezien van de door BBB geclaimde winst op langere termijn.
BBB heeft aangekondigd met een eigen doorrekening te komen. Daarin laat de partij ook zien „wat plannen op de langere termijn gaan opleveren”, zei Van der Plas deze week tegen RTL Nieuws. Vooralsnog is echter niet duidelijk wat die doorrekening om het lijf zal hebben, en of die echt versteviging kan bieden aan de zwakke plek die BBB lijkt te hebben.
Een ander in het oog springend punt in het BBB-verkiezingsprogramma is om maximaal 15.000 statushouders per jaar op te vangen. Het aantal asielzoekers boven dat quotum dat naar Nederland komt, wil de partij afkopen bij de Europese Unie. Die mogelijkheid is afgesproken in de migratiedeal die de EU-lidstaten deze zomer sloten, zij het dat de onderhandelingen daarover nog niet definitief zijn afgerond. Daarvoor zou per asielzoeker 20.000 euro moeten worden betaald. De kosten voor de opvang per asielzoeker in Nederland zouden op bijna 30.000 euro liggen. In financieel opzicht ziet het plaatje er niet gek uit, maar het is op z’n minst twijfelachtig of het plan in de praktijk zomaar te realiseren is. BBB werkt dit ook niet verder uit.
Maakbaar
Opvallend is verder dat de partij enerzijds erkent dat de wereld en de samenleving niet maakbaar zijn, maar tegelijkertijd doelen stelt die geen werkelijkheid kunnen worden. „Alles wat we aankaarten is niet een doel op zichzelf. Het eindpunt is dat iedereen in dit land zonder zorgen thuis in de tuin of achter tv of beeldscherm kan zitten”, zo valt te lezen. Ook zouden er geen zorgen moeten zijn over „iets basaals als een leven opbouwen en een gezin stichten”.
Tot slot is opmerkelijk hoe Van der Plas naar een verkiezingsprogramma kijkt, namelijk als „een ideeënlijst, een wensenlijst van wat je het liefst zou willen”, zo zei ze tegen De Telegraaf. „En als je het doorrekent en je weet hoeveel het oplevert kan je harde keuzes gaan maken.” Het is logisch dat als een partij gaat onderhandelen over coalitiedeelname, het ene voorstel meer prioriteit krijgt dan het andere. Ongebruikelijk is echter dat er vóór die fase onduidelijkheid is over de vraag welke voorstellen een partij écht wil, welke ze mogelijk nog wil aanpassen en welke wat haar betreft bij nader inzien kunnen of moeten sneuvelen.
Zie ook Accent pagina 14