„Christen in Noord-Korea wil maar een ding: een Bijbel”
„Het gezamenlijk verlangen van christenen in Noord-Korea is het bezit van een Bijbel. Want als je samen de Bijbel kunt lezen, geeft dat troost.” Dat zei ”broeder Lee” vrijdag tijdens de eerste avond van de regiotour, georganiseerd door Stichting Hulp Vervolgde Christenen (HVC).
Directeur Jan Dirk van Nifterik stelt bij de opening van de avond op Urk direct een indringende vraag: „Ben jij bereid om God te ontmoeten?” Dat is de „klemmende vraag die vervolgde christenen ons stellen”, aldus Van Nifterik. „Ben je bereid om te doen wat God van je vraagt, om als actieve dienstknecht Hem te verwachten? Daarin gaat de vervolgde kerk ons voor. Met al hun kracht zijn ze bezig in Gods dienst. En als de verdrukking bij ons ook komt, dan blijven we niet staande door goede werken, giften of onze kerkgang, maar alleen door Zijn kracht en Zijn genade.”
De werkgroep Urk van HVC, opgericht in 2019, is op deze eerste avond van de regiotour de gastheer. De werkgroep zet zich in voor Rohingya-vluchtelingen. De christenen onder de uit Myanmar gevluchte Rohingya hebben het moeilijk. Ze verblijven in kampen, waar duizenden mensen in veel te kleine onderkomens moeten leven. En er is sprake van vervolging.
Troost
In een overvolle zaal in de Immanuëlkerk op Urk luisteren zo’n 100 aanwezigen daarna naar het getuigenis van ”broeder Lee”. Het is zijn schuilnaam – en dat geeft gelijk al aan hoezeer zijn veiligheid in het geding is.
Gods troost voor mensen is het kernpunt van het betoog van de vervolgde christen. In de jaren tachtig werd broeder Lee geboren in een dorpje in Noord-Korea. Het vluchtte naar China, waar hij een oudere vrouw ontmoette. Hij vroeg om eten, maar kreeg Gods Woord te horen. Die liefde voor Gods Woord wilde hij graag delen in Noord-Korea. Hij ging terug en deelde het Evangelie met zijn familie. Hij nam zijn broer mee naar China, om van God te horen. Dat was in de tijd dat de grens met China nog niet hermetisch was afgesloten. Tijdens de winterperiode bood de dichtgevroren grensrivier de mogelijkheid om in China te komen.
Douaniers
Hoe meer broeder Lee studeerde in de Bijbel, hoe meer hij dat graag wilde delen met zijn volksgenoten. Toen hij echter over Jezus sprak met zijn vrienden, ging het mis. Hij werd verraden. En een christen wordt in Noord-Korea gezien en behandeld als iemand die terreuraanslagen pleegt. Zijn verlangen naar een Bijbel dreef hem tot het gebed. Voor de derde keer ontvluchtte hij Noord-Korea. Broeder Lee ontving in China een klein Bijbeltje en vertrok weer naar zijn land. De douaniers lieten hem ongehinderd door. Maar kort daarna werd hij gearresteerd. Ondanks zijn snel verstopte Bijbel werd hij dagenlang gemarteld.
Het leven in de Noord-Koreaanse gevangenis is zwaar, vertelt broeder Lee. „Wie zegt dat hij niet in Jezus gelooft, wordt vrijgelaten. Wie Hem niet verloochent, loopt het risico op levenslange gevangenschap – of erger.”
Broeder Lee schat dat er momenteel zo’n 200.000 christenen in Noord-Korea leven. In de kampen en gevangenissen is een uitgebreide ondergrondse kerk.
Pijn
Broeder Lee vertelt hoe hij het ervaart om als predikant in Zuid-Korea zijn werk te doen. „God zegt in de Bijbel tegen Mozes dat Hij de pijn en het lijden van het volk Israël heeft gezien. Hij roept Mozes, die veertig jaar in de woestijn bleef, ook uit een gevangenis. Mozes wordt geroepen naar Egypte. De voormalig gevangene moest zijn volk gaan helpen. Zo helpt God nog steeds. Zo dien ik de kerken in Zuid-Korea.”
In zijn werk als predikant komt broeder Lee veel gevluchte landgenoten tegen. Met hen praat hij over de Messias. „Jezus is als vreemdeling gekomen. Hij was zwak en mensen bespotten Hem. Zijn lijden en Zijn sterven is vanwege onze zonde. Hij leed om onze zonde te dragen. Dat geldt ook voor Noord-Koreanen en ondergrondse christenen. Door hen zullen veel mensen terugkeren naar de Heere God.”
Verlangen
Na het verhaal van broeder Lee is het tijd voor de bezoekers om vragen te stellen. Een jongetje voorin de zaal trapt af met de eerste vraag. Broeder Lee straalt. Hij vindt het mooi dat kinderen vragen stellen. Want in Noord-Korea mag dat niet. Het laat de aanwezigen even stilstaan bij de grote kloof tussen christenen in Noord-Korea en op Urk.
Hoe herken je medechristenen in Noord-Korea? Broeder Lee heeft even tijd nodig om dat goed uit te leggen. „In Noord-Korea is veel hongersnood, zeker bij de mensen die opgesloten zitten in werkkampen. Daar bestaat het voedsel letterlijk uit een klein handje rijst. Het is net genoeg om te overleven. En zelfs met dat kleine beetje bestaat nog de kans dat iemand sterft door de honger. De mensen die dat noodzakelijke kleine beetje eten weggeven aan anderen, dat zijn christenen.”
„Hoe ziet christenvervolging in Noord-Korea eruit?” wil iemand weten. Broeder Lee legt uit dat de Noord Koreaanse regering werkt met zogenoemde ”nepchristenen”. Zo probeert de overheid ondergrondse kerken en gelovigen te vinden. Openbare erediensten zijn er niet. Wel kun je als vrienden of familie iets van het geloof delen. Het gezamenlijk verlangen van christenen in Noord-Korea is dan ook om een Bijbel te hebben. Als je samen de Bijbel kunt lezen, geeft dat troost.
Komen er betere tijden voor Noord-Korea? Het antwoord is dit keer kort: „Dat is de hoop van de hele wereld.”