„Joden krijgen de schuld van alle ellende"
Fysieke bedreigingen maken ze zelden mee. Toch hebben drie vooraanstaande Joden grote zorgen over het oplaaiende antisemitisme in Nederland, en dan met name op scholen en universiteiten.
Het aantal antisemitische incidenten in Nederland is sinds de aanval door Hamas op 7 oktober toegenomen met ruim 800 procent, meldde het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) dinsdag. Normaal worden er gemiddeld dertien meldingen per maand gedaan, maar in oktober waren dat er meer dan honderd.
Chanan Hertzberger, voorzitter van het Centraal Joods Overleg, maakt zich grote zorgen over het toenemende antisemitisme. „Joden vragen zich af of ze nog wel veilig en gewenst zijn in Nederland”, zegt hij in zijn kantoor in Amsterdam.
„We weten uit de geschiedenis waartoe Jodenhaat kan leiden”, waarschuwt Dalit Hospers, die evenals jongerenrabbijn Yanki Jacobs deelneemt aan het gesprek. Hospers is voorzitter van CIJO, de jongerenafdeling van het CIDI, en volgt de opleiding Joodse studies aan de Universiteit van Amsterdam (UvA).
Perplex
Hospers vindt het kwalijk dat sommige mensen de brute aanval van Hamas op 7 oktober, waarbij 1400 Israëli’s omkwamen, proberen goed te praten. „Ze zeggen bijvoorbeeld dat het een reactie was op 75 jaar onderdrukking door Israël. Van zo’n opmerking sta ik perplex.”
Jacobs: „Als mensen zelfs de aanval van Hamas niet veroordelen, wat zeggen ze dan als er in Nederland een aanslag op de Joodse gemeenschap wordt gepleegd? Beweren ze dan ook dat de Joden dit aan zichzelf te danken hebben?”
Met name op scholen is er volgens het CIDI sprake van een verontrustende stijging van het aantal antisemitische incidenten. Zo bedreigden leerlingen een Joodse jongen met een mes. Ook sloegen ze hem met een fles op zijn hoofd en scholden ze hem uit. Volgens de organisatie is het de afgelopen tijd op meerdere scholen voorgekomen dat Joden werden uitgescholden of gepest, zowel fysiek als online. Ook waagden sommige scholieren het de Hitlergroet te brengen.
Massaal gejoel
Ook op universiteiten gaat het soms mis. Tijdens een diploma-uitreiking vorige week vrijdag op de UvA spuide een van oorsprong Palestijnse student kritiek op Israël. In zijn toespraak zei hij in het Engels onder meer: „Van de rivier tot de zee, van het verleden tot vandaag, bieden de Palestijnen op hun eigen speciale manier weerstand.”
Een Joods gezin dat bij de bijeenkomst aanwezig was, nam hier aanstoot aan en reageerde op de uitspraken. Daarop kwam een hatelijke reactie vanuit het publiek. Toen het gezin uit veiligheidsoverwegingen besloot de zaal te verlaten, zou de organisatie hun alleen hebben aangeboden apart te gaan zitten.
Daarover heeft de betrokken faculteit van de UvA afgelopen weekend spijt betuigd via een e-mail naar de aanwezigen bij de bijeenkomst. „Bij de afhandeling van het incident zijn ernstige fouten gemaakt waarvoor geen excuus bestaat”, valt te lezen in het bericht.
Propaganda
Jacobs, die als oprichter van stichting Chabad on Campus opkomt voor de belangen van Joodse studenten, vindt het erg kwalijk dat een student de diploma-uitreiking gebruikte als podium voor zijn politieke boodschap. „Politieke propaganda hoort niet thuis op de universiteit, en past zeker niet bij verplichte bijeenkomsten zoals een diploma-uitreiking.” De faculteit gaf dit ook aan in haar mail naar de aanwezigen.
Volgens Aline Pennewaard van het CIDI is het „de zoveelste keer dat dit soort berichten ons bereiken over de UvA”, zegt ze tegen De Telegraaf. „Elke keer opnieuw komen achteraf excuses en horen we dat dit niet kan, maar telkens opnieuw is men te laf om in te grijpen op het moment dat zoiets gebeurt.”
Een woordvoerder van de UvA betreurt dat het incident heeft kunnen plaatsvinden en zegt dat zoiets niet altijd te voorkomen is. „We werken aan een richtlijn om beter met dergelijke situaties om te gaan. We zijn een organisatie met zo’n 40.000 studenten en 6000 medewerkers en vormen een afspiegeling van de maatschappij. Emoties over de oorlog lopen ook hier op. De universiteit moet een veilige plek zijn voor iedereen die hier studeert of werkt.”
Anti-Israëlsentiment
Hertzberger denkt dat binnen de Joodse gemeenschap scholieren en studenten relatief het vaakst worden geconfronteerd met antisemitisme. Jacobs is het met hem eens. „Ik ken studenten die niet meer naar college durven te gaan.” Volgens de rabbijn beïnvloedt een kleine groep pro-Palestijnse studenten het klimaat op de universiteit. Het gevolg is dat veel docenten en studenten niet meer voor Israël durven op te komen.
Ook Hospers, die als voorzitter van de jongerenafdeling van het CIDI veel studenten spreekt, merkt dat er op universiteiten over het algemeen een anti-Israëlsentiment heerst. Zo woonde een student een college bij waarin een docent lesgaf over minderheden in het Midden-Oosten. Vrijwel alle minderheden kwamen aan de orde, behalve de Joden. Toen ze de docent daarop aansprak, gaf die aan het onderwerp te mijden.
Universiteiten en hogescholen zijn plekken waar studenten met een enorme diversiteit aan opvattingen, religies en etniciteit bijeenkomen. Hoe kan het dat uitgerekend daar antisemitisme een voedingsbodem lijkt te vinden? Hospers denkt dat dit te maken heeft met de wokebeweging, die strijdt tegen racisme en sociaal onrecht richting minderheden in de samenleving. „Aanhangers van deze beweging, die je juist veel onder studenten ziet, beschouwen Israël als een West-Europees koloniaal project, dat nu ontmanteld moet worden in de strijd voor sociale gelijkwaardigheid.”
Jacobs vindt het een taak van scholen en universiteiten om evenwichtig les te geven over Israël. „Als je het onderwerp aan de orde stelt, doe het dan goed.”
Davidster
De rabbijn had onlangs een meisje huilend aan de telefoon. Iemand had haar appartement beklad met graffiti, met als boodschap dat er in Gaza een genocide aan de gang is. „Graffiti kan weggehaald worden. Maar dit is wel een symptoom van een onderliggend probleem: het eenzijdige narratief rond het conflict, waarbij de Joden de schuld van alle ellende krijgen. Onderwijsinstellingen hebben de verantwoordelijkheid om hier wat aan te doen.”
Fysieke bedreigingen maken Hertzberger, Jacobs en Hospers zelden mee. Hertzberger en Jacobs durven zich met keppeltje op straat te begeven. Hospers draagt als vrouw geen hoofdbedekking, maar wel een ketting met Davidster. Ook heeft ze een tatoeage met Hebreeuwse letters op haar arm.
Toch maakt het drietal zich zorgen over de toekomst. „In landen om ons heen vindt al wel geregeld terreur plaats tegen Joodse personen en objecten”, zegt Hertzberger. Hij wijst op een recent incident in Rusland, waarbij een vliegtuig met Joodse inzittenden werd bestormd. „Zoiets kan hier ook gebeuren. Veel Joden voelen zich daarom onveilig.”
Zondebok
Of ze weleens overwegen te emigreren naar Israël, om van het antisemitisme verlost te zijn? Hospers: „Dan moet het wel heel erg worden. Ik houd van Nederland, mijn leven is hier. Maar soms voel ik me wel ontheemd, zeker in de afgelopen weken.”
Ook Jacobs is nog niet aan emigreren toe. „Ik heb hier een taak als rabbijn en heb een verantwoordelijkheid naar de Joodse gemeenschap. Ik vertrek dus als allerlaatste. Als het moet, doe ik het licht uit.”
Hertzberger zou die stap eerder zetten. „Er hoeft niet heel veel meer te gebeuren of ik ga hier weg. Ik vind het erg dat ik me niet veilig kan voelen in mijn eigen land. Als ik bijvoorbeeld naar de synagoge loop, ben ik extra alert.”
Wat moeten Joden doen als ze worden uitgescholden? Terugschelden? Hertzberger: „Vroeger, toen ik jong was, zou ik erop losbeuken. Nu zeg ik dat niet meer. Jezelf wreken heeft geen zin.” Jacobs: „Mijn advies is een melding te doen bij de politie en bij het CIDI.” Hertzberger: „De politie neemt meldingen serieus. Alleen ben je zo twee jaar verder voordat een melding bij het openbaar ministerie ligt.”
Hospers denkt dat antisemitisme blijft zo lang de wereld bestaat. „Dat leert de geschiedenis ons. We zullen er daarom mee moeten leren leven.” Waarom juist Joden door de eeuwen heen vaak het mikpunt van kritiek zijn? Hertzberger, lachend: „Ik zou het niet weten, we zijn leuke mensen. Dat moet je aan een antisemiet vragen.” Jacobs: „Joden worden altijd als zondebok gezien. Maar het is goedkoop om de schuld op een ander te schuiven.”
De rabbijn vindt dat een samenleving waarin antisemitisme kan aarden ontspoord is. „In zo’n land is het voor niemand fijn om te leven.”