Opgestapte premier Portugal heeft „gerust geweten”
De Portugese premier António Costa (62) trok dinsdag zijn conclusie nadat het openbaar ministerie in Lissabon een onderzoek startte naar diens mogelijke betrokkenheid bij corruptie en vriendjespolitiek. „Vanzelfsprekend heb ik mijn ontslag ingediend bij de president.”
„Ik sta niet boven de wet”, zei Costa. „Als er een verdenking tegen mij is, moet die uitgezocht worden. Maar ik heb een gerust geweten. Ik kan de Portugezen recht in de ogen kijken want ik heb niets onwettigs of onfatsoenlijks gedaan.” Of dat zo is, zoekt justitie nu uit.
Het onderzoek naar de zaak startte in 2019. Volgens een anonieme klager waren drie grote Portugese energiebedrijven illegaal bevoordeeld bij een contract voor een grootschalig project van groene waterstof in Sines, een havenstad ten zuiden van Lissabon. Met de bouw van de installaties is een investering gemoeid van ongeveer een miljard euro. Een groot deel daarvan zou moeten komen uit Europese fondsen. Het is de bedoeling vanuit Sines vloeibaar waterstof naar Rotterdam te exporteren.
Ook ontdekte het OM onregelmatigheden bij de vergunning voor de exploitatie van twee nieuwe lithiummijnen in het noorden. Portugal heeft de grootste lithiumreserves van Europa. Buitenlandse bedrijven staan in de rij om deze grondstof voor autobatterijen te exploiteren. De omstreden mijn in Covas do Barroso kreeg dit jaar groen licht van het Portugese Agentschap voor Milieu, ondanks een duizendtal bezwaarschriften en een negatief advies van de VN-rapporteur. Bij een contract voor de bouw van een grootschalig datacentrum in Sines zou ten slotte ook gesjoemeld zijn. Amerikaanse en Britse investeerders willen daar 3,5 miljard euro in pompen.
Afgeluisterd
Dinsdagochtend werden in Lissabon twee naaste medewerkers van Costa opgepakt, onder wie zijn stafchef Vítor Escária. Andere hoofdverdachten zijn de ex-minister van Milieu João Pedro Matos en minister João Galamba van Infrastructuur. De politie luisterde de telefoon van Matos af, waarbij volgens het weekblad Expresso ook gesprekken met premier Costa werden opgenomen. In één daarvan zouden ze gesproken hebben over de miljardendeals rond lithium en groene waterstof.
Het is nu aan de Portugese president Marcelo Rebelo de Sousa of de Portugezen in januari opnieuw naar de stembus moeten. Het alternatief is de benoeming van een nieuwe premier uit de rijen van de sociaaldemocratische partij, de winnaar van de jongste verkiezingen met een absolute meerderheid in het parlement. Costa blijft in elk geval aan tot er een opvolger is. Hij liet weten zich niet meer kandidaat te stellen.
Langstzittende premier
Costa kwam aan de macht in 2015. Na twee coalitieregeringen met het Links Blok en de communisten regeerde hij sinds begin 2022 alleen met zijn Partido Socialista. Hij is de langstzittende premier van Portugal sinds het herstel van de democratie na de Anjerrevolutie van 1974.
Zijn onverwachte vertrek valt samen met de behandeling van de staatsbegroting. Die voorziet voor 2024 een ongekend feit: voor het eerst zal de staatsschuld zakken tot onder de 100 procent. Beheersing van de overheidsuitgaven is voor Costa altijd een prioriteit geweest.
Zijn andere obsessie was de groene revolutie, waarvoor hij dankbaar de Europese fondsen Next Generation aangreep. Onder Costa groeide Portugal volgens Eurostat uit tot het land met de op drie na grootste productie hernieuwbare energie van Europa. Om deze energietransitie te bevorderen, versoepelde hij milieueisen. Dat leidde soms tot fel omstreden vergunningen, zoals in het geval van de lithiummijn in Covas do Barroso. En volgens het OM dus ook tot vriendjespolitiek en het aannemen van steekpenningen – al is het nog afwachten of Costa daaraan persoonlijk schuldig is.