Friesland vraagt minister Adema te stoppen met ‘kalenderlandbouw’
De provincie Friesland heeft demissionair minister Piet Adema (Landbouw) opgeroepen om te stoppen met de zogeheten kalenderlandbouw. Het college van Gedeputeerde Staten stuurde hierover dinsdag een brief naar Adema en gaf daarmee gehoor aan een in september aangenomen motie van BBB, VVD en FVD in de provincie. Boeren moeten op zand- en lössgronden hun hoofdteelt voor 1 oktober hebben geoogst en ingewisseld voor gewassen die de uitspoeling van stikstof naar het grond- en oppervlaktewater beperken, maar hier is veel verzet tegen binnen de landbouw.
De door de Rijksoverheid ingestelde deadline van 1 oktober gold dit jaar voor het eerst. Volgens de boeren laat de natuur zich echter niet leiden door de kalender, omdat de weersomstandigheden per jaar sterk kunnen wisselen en invloed hebben op hun oogst. Ze moesten nu naar eigen zeggen aardappels rooien die als gevolg van het natte voorjaar nog niet volgroeid waren.
Minister Adema besloot eind september wel om de aardappelboeren eenmalig twee weken langer de tijd te geven. Hij kwam daarmee tegemoet aan een wens van de Tweede Kamer, die een motie van BBB en SGP hierover aannam. De provincie Friesland wil nu dat de kalenderlandbouw helemaal verdwijnt, iets waar eerder in Drenthe ook al voor werd gepleit.
„Het sluit niet aan bij de boerenpraktijk”, zei de Friese gedeputeerde Femke Wiersma (landbouw). „Deze regeling zorgt voor lagere opbrengsten en verminderde kwaliteit van de oogst voor de boeren. We roepen de minister dan ook op om af te stappen van deze kalenderlandbouw en met beleid te komen dat meer aansluit bij de praktijk.”
Het Rijk heeft deze maatregel ingevoerd met als doel de waterkwaliteit te verbeteren.