Ward tuft in zijn DAF van Roelofarendsveen naar Hazerswoude-Dorp, thuisbasis van Kooter Transport. Bertus en Sjaak Kooter startten de werkzaamheden van het bedrijf in 1960. Ze reden melk, hooi en diervoeders. „Kooter is vandaag de dag opgesplitst”, zegt Ward vanachter zijn stuur. „Er zijn nog vier transportbedrijven hier die de naam Kooter dragen. Internationale chauffeurs staan vaak bij het verkeerde bedrijf”, grijnst Ward in zijn DAF LF 260.

De opbouw van die wagen was een familieproject. De zwager van Ward, Mats van den Bos, tekende de truck en voerde de opbouw uit. De ontwerpers regelden het mechanische deel: de hydrauliek, de elektronica en de keuring van de DAF. „Deze truck zetten we in voor speciale klussen”, zegt Ward. „Klanten betalen er ook extra voor, omdat de chauffeur langer bezig is met lossen.”

Dat blijkt wel op het volgende adres. Ward parkeert zijn truck onder op de werf van Kooter en laadt acht kuub bomengrond. Hij springt in de cabine en stuurt naar Berkel en Rodenrijs. Daar rijdt hij over een smal bruggetje om de klant te bereiken. Ward stuurt zijn truck stapvoets achteruit het erf op. Over een tiental meters zijn gleuven uitgegraven. Daarin moeten steeneiken de entree van de voortuin laten dichtgroeien. Ward maakt de transportband los en lost de bomengrond in de gleuven. Hij rijdt steeds een stukje naar voren. Twee hoveniers scheppen en verdelen de grond. Een klein halfuur later is zijn auto leeg en keert hij huiswaarts. Eindelijk weekend.

Sjaak van de Groep rijdt mee met diverse vrachtwagenchauffeurs door Nederland.