Grootste partijen totaal oneens over aanpak problemen jeugdzorg
Terwijl GroenLinks-PvdA en VVD door willen gaan met de verbeterplannen voor de jeugdzorg, wil NSC van Pieter Omtzigt juist „fundamentele aspecten” van het jeugdzorgstelsel opnieuw tegen het licht houden. Hiermee staat NSC lijnrecht tegenover de twee andere partijen. De drie staan in de peilingen op gelijke hoogte en strijden erom wie op 22 november de grootste wordt.
De jeugdzorg is al jaren een hoofdpijndossier, zeker ook in politiek Den Haag. De vraag naar jeugdzorg stijgt alsmaar, de wachtlijsten zijn lang en voor de meest kwetsbare jongeren is er vaak geen geschikte hulp. Gemeenten, die sinds 2015 verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de Jeugdwet, kwamen al snel in financiële problemen omdat zij niet uitkwamen met het budget dat zij van het Rijk krijgen. Onder meer inspecties, kinderrechters en zorgverleners uiten al jaren hun grote zorgen over de slechte situatie in de jeugdzorg.
Om het tij te keren gingen Rijk, gemeenten, zorgaanbieders en zorgmedewerkers plannen maken over verbeteringen en besparingen in de jeugdzorg, die moesten uitmonden in de zogeheten hervormingsagenda jeugd. Na lang soebatten werden zij het in het voorjaar eens. Die agenda had er al begin 2022 moeten liggen.
GroenLinks-PvdA wil nu vooral tempo op de uitvoering van die plannen en de VVD wil ermee doorgaan, staat in hun verkiezingsprogramma’s. NSC wil echter antwoord op vragen wie waarvoor verantwoordelijk is, welke bevoegdheden nodig zijn en hoe de jeugdzorg wordt betaald.
Met deze fundamentele vragen over het jeugdzorgstelsel volgt NSC de kritiek van de Raad van State en de Algemene Rekenkamer. Volgens de Algemene Rekenkamer gaan de verantwoordelijk bewindspersonen er onterecht van uit dat de hervormingsagenda alle grote en nijpende problemen in de jeugdzorg zullen oplossen. De Raad van State zei in april dat de overheid keuzes moet maken om het stelsel (ook financieel) houdbaar te houden.
De drie partijen zijn het er wel over eens dat het aantal uithuisplaatsingen zoveel mogelijk moet worden voorkomen. GroenLinks-PvdA wil dat een kind alleen uit huis kan worden geplaatst „in het uiterste geval dat het kind niet veilig en/of gezond thuis kan blijven wonen”. De VVD hamert op betere gesprekken tussen partijen die betrokken zijn bij een uithuisplaatsing. Prioriteit bij NSC is het wettelijk vastleggen waarop een „kind met een jeugdbeschermingsmaatregel minimaal recht heeft.”