De bijeenkomst was belegd door de kerkenraad van de gereformeerde gemeente in Groningen, in samenwerking met de hervormde gemeente in Noordhorn-Saaksum. Ds. Bogerd, predikant van de hervormde gemeente te Wouterswoude en pastoraal werker in Noordhorn, sprak naar aanleiding van Jakobus 5:19-20: „Broeders, indien iemand onder u van de waarheid is afgedwaald, en hem iemand bekeert, die wete dat degene die een zondaar van de dwaling zijns wegs bekeert, een ziel van de dood zal behouden en menigte der zonden zal bedekken.”

In zijn voordracht, met de titel ”Afdwalen door dwalingen”, hield ds. Bogerd een pleidooi voor „onophoudelijke reformatie”. Dat kan volgens hem door Jakobus’ laatste vermaning ernstig te nemen. „Omdat de christelijke gemeente en iedere gelovige geneigd is van de Goede Herder af te dwalen, is een onophoudelijke reformatie nodig. En daarom moeten wij ons door Jakobus laten gezeggen en acht op elkaar slaan. Wie van binnenuit de neiging tot dwalen kent, die weet ook dat de terugkeer tot het ware geloof een kwestie van leven of dood is.”

Geloof

Volgens ds. Bogerd was dat dé ontdekking van de zestiende-eeuwse kerkhervormer Maarten Luther: het geloof komt –net als de gerechtigheid– van Jezus Christus. „Dus van boven, en niet van de vrome mens.”

Om dit te illustreren, citeerde de predikant Romeinen 3:22, met de uitleg dat de grondtaal spreekt over „het geloof ván Jezus Christus” en niet „het geloof ín Jezus Christus”, zoals nieuwere Bijbelvertalingen onjuist vertalen. Ds. Bogerd: „Het gaat om het geloof van Jezus Christus, zonder enige bijdrage van de mens.”

De predikant wees op de verstrekkende gevolgen van de Reformatie. „Door de kerkhervorming van Maarten Luther werd ook een ”menigte van zonden” een halt toegeroepen. Omdat dwalingen voortwoekeren, heeft een reformatie of het uitblijven van reformatie gevolgen voor toekomstige generaties. Ze worden gered van de dood of gaan verloren.”

Stellingen

Ds. Bogerd formuleerde tien stellingen om „recht voor zijn raap” enkele „afwijkingen” in de kerk aan te wijzen:

Stelling 1: „Het is een dwaling om in plaats van Gods Woord en wet menselijke gevoelens en gemoedstoestanden („ik vind, ik voel, ik geloof”) als de grond van het geloof te maken.”

Stelling 2: „Het is onjuist om voor gemeenteopbouw ideeën uit de commerciële wereld en het bedrijfsleven te ontlenen.”

Stelling 3: „De kerk gaat ten onder als de wereld in de huizen en broekzakken van kerkmensen is ingedrongen en het onderscheid tussen kerk en wereld is verdwenen.”

Stelling 4: „Erediensten waarin de man op de kansel een centrale rol speelt, is niet tot eer van God.”

Stelling 5: „Het is een dwaling als kerkdiensten moeten worden ”opgeleukt”, wanneer sprekerstalenten van voorgangers belangrijker worden geacht dan de bediening van de Heilige Geest.”

Stelling 6: „Kerken hebben het Bijbelse onderscheid tussen mannen en vrouwen mede uitgewist. Nu heerst in de samenleving de gender-ideologie.”

Stelling 7: „Als dat zo doorgaat, wordt de Bijbel een verboden boek, alleen al vanwege het gebruik van scheppingsordelijke woorden als ”hij/zij” en ”man/vrouw”.

Stelling 8: „Het eindeloos relativeren is de ondergang van de kerk.”

Stelling 9: „Het makkelijk overslaan van kerkdiensten is een geringschatting van Christus’ belofte dat Hij in de Woordverkondiging aanwezig zal zijn.”

Stellig 10: „Wie deze stellingen min of meer beaamt, maar zonder enige uitwerking, die slaat Jakobus’ vermaning in de wind, met ernstige gevolgen.”