Dat zegt zijn vrouw, Leida Schelling-van der Hel (65). Zij woont bijna vijf jaar in verpleeghuis Salem in Ridderkerk omdat ze Parkinson heeft.

Om de dag krijgt Schelling-van der Hel bezoek van haar man, soms onverwachts. „Dat doet hij bijvoorbeeld op zondag”, vertelt ze. „Doorgaans komt hij die dag niet, want dat is de rustdag. Maar soms, als ’s middags de kerkdienst in Salem begint, is hij er ineens. Dan word ik zó blij!”

Soms gaat Schelling-van der Hel naar het huis in Dordrecht waar ze met haar man heeft gewoond. „Piet haalt mij dan op en verwent mij met heerlijk eten. Hij bakt vaak boterkoek, speciaal voor mij. Ik geniet er dan van weer thuis te zijn.”

De zestiger is thuis jarenlang door haar man verzorgd. „Nadat hij een openhartoperatie had ondergaan en een burn-out had gehad, kon hij niet meer werken. Daarna heeft hij voor mij gezorgd tot ik niet meer kon thuiswonen.”

Schelling-van der Hel bewondert de activiteiten die haar echtgenoot onderneemt: „Hij geniet van onze kleinkinderen en hij doet huishoudelijke taken zoals wassen en koken. Begin oktober is Piet naar onze dochter en schoonzoon in Zwitserland gegaan.”

Af en toe gaat haar man er alleen op uit, zegt Schelling-van der Hel. „Het liefst gaat hij naar Groningen. Maar dan moet ik wel eerst aandringen. Zo is Piet: eerst denkt hij aan de ander, dan pas aan zichzelf.”