Kamer verlengt woonrecht van kind dat wees wordt
Als het aan de Tweede Kamer ligt, kunnen weeskinderen van 18 jaar en ouder niet meer (meteen) uit hun huurwoning gezet worden na het overlijden van hun ouder(s).
Zij moeten het recht krijgen om nog een bepaalde tijd in de woning te blijven wonen. Deze bescherming van bijvoorbeeld twee jaar moet gelden voor huurwoningen in de sociale én de vrije sector. Een motie daartoe van de ChristenUnie kreeg donderdag al steun van alle fracties die bij een Kamerdebat aanwezig waren.
De indieners van het initiatief waren geraakt door voorbeelden van jonge mensen die al vrij snel na het overlijden van hun ouders pardoes moesten vertrekken, zo vertelden ze tijdens het debat. ChristenUnie-Kamerlid Pieter Grinwis haalde zelfs een voorbeeld aan van twee weeskinderen die hij had aangetroffen in een opvangcentrum voor daklozen.
De partij diende de motie in tijdens een debat over een initiatiefwetsvoorstel van Kamerleden van VVD, GroenLinks-PvdA, ChristenUnie en BBB dat ook over woonbescherming gaat. Volgens dat voorstel worden kinderen tussen 16 tot 27 jaar beschermd tegen uitzetting, maar dan uitsluitend uit sociale huurwoningen. De motie gaat dus een stap verder, want voor een verbod op uitzetting bij particuliere verhuurders moet eerst het Burgerlijk Wetboek worden aangepast.
Demissionair minister Hugo de Jonge van Binnenlandse Zaken zei zich hiervoor sterk te zullen maken.
Er bestaat weliswaar een gedragscode voor woningcorporaties om af te zien van een uithuiszetting, maar die is vrijwillig en in de praktijk gebeurt het soms toch. Volgens de statistieken betreft het jaarlijks gemiddeld ruim honderd kinderen. Dat aantal is beperkt, maar de situaties waarin zij terecht komen, zijn schrijnend.