Geen PAS-hulp voor deel gedupeerde boeren
De Tweede Kamer heeft dinsdagmiddag een motie verworpen waarin de regering wordt gevraagd een specifieke groep boeren mee te nemen in het programma om PAS- knelgevallen te legaliseren.
Het gaat om boeren met een stikstofneerslag die kleiner is dan één mol en die vóór 2015 een project –bijvoorbeeld uitbreiding van hun bedrijf– hebben gerealiseerd en op advies van de overheid een zogeheten PAS-melding hebben gedaan. In de motie roept SGP’er Roelof Bisschop het kabinet op deze groep mee te nemen in het legalisatieprogramma en zo nodig de regelgeving hierop aan te passen.
De overheid wil PAS-melders –boeren die buiten hun schuld om nu geen vergunning hebben– aan een vergunning helpen. Maar in het programma om deze knelgevallen te legaliseren, valt de genoemde groep boeren buiten de boot. Dat heeft te maken met het feit dat het PAS (Programma Aanpak Stikstof) op 1 juli 2015 in werking trad. Als een project al voor die tijd al klaar was, komt een bedrijf niet in aanmerking voor legalisatie.
Minister Christianne van der Wal (Natuur en Stikstof) had de motie ontraden. Wel is het de bedoeling dat met de stikstofaanpak alle ondernemers uiteindelijk een vergunning hebben, aldus de bewindsvrouw. „Het is echt het doel om het via de gebiedsprogramma’s op te lossen, want dat is echt nodig.”
Voor de motie stemden PVV, CDA, ChristenUnie, FVD, BBB, SGP, JA21, Groep van Haga en de onafhankelijke Kamerleden Pieter Omtzigt en Olaf Ephraïm.