Hoge Raad: veroordeling Thijs H. blijft in stand
De veroordeling van Thijs H. (32) voor het plegen van een moord in de Scheveningse Bosjes en twee moorden op de Brunssummerheide blijft in stand. Dat heeft de Hoge Raad dinsdag geoordeeld.
Door de lange duur van de strafzaak, krijgt H. wel twee maanden strafkorting, bepaalde de Hoge Raad. H. werd eerder door het gerechtshof in Den Bosch veroordeeld tot een celstraf van 22 jaar en tbs met dwangverpleging. Dat wordt 21 jaar en tien maanden.
Na de uitspraak van de Hoge Raad is geen beroep meer mogelijk.
De cassatieprocedure bij de Hoge Raad draaide om de vraag in hoeverre H. ontoerekeningsvatbaar was als gevolg van de psychische wanen die hij had in mei 2019. H. heeft bekend dat hij op 4 mei dat jaar in de Scheveningse Bosjes in Den Haag een 56-jarige vrouw heeft gedood. Drie dagen later sloeg hij toe op de Brunssummerheide, waar hij eerst een 63-jarige vrouw doodstak en korte tijd later een 68-jarige man.
Deskundigen van het Pieter Baan Centrum (PBC) oordeelden dat H. volledig in een psychose verkeerde. Volgens de Hoge Raad concludeerde het hof echter terecht dat H. nog wel in staat was afwegingen te maken en hij zijn slachtoffers bewust uitkoos. Een jonge vrouw liet hij bijvoorbeeld met rust, net als een man met een herdershond.
Dat maakt dat H. met voorbedachte raad handelde, stelt de Hoge Raad. Ook is de hoogste rechter het met het hof eens dat H. ondanks zijn psychische stoornis „voldoende in staat was” om te begrijpen dat hij tegen de wet handelde. En dat de feiten hem daarom alleen in verminderde mate kunnen worden toegerekend. Dat heeft het hof volgens de Hoge Raad „niet onbegrijpelijk gemotiveerd”.
Over de toerekeningsvatbaarheid oordeelt de Hoge Raad dat het aan de rechter is om vast te stellen of van een stoornis sprake is. De rechter heeft daarin een eigen verantwoordelijkheid en is niet gebonden aan adviezen van deskundigen.
Nabestaanden reageerden volgens hun advocaten „enorm opgelucht” op de uitspraak.