China keert terug naar rand van deflatie, ook export daalt
De consumentenprijzen in China zijn in september onverwachts onveranderd gebleven ten opzichte van een jaar geleden. Met een inflatiecijfer van nul procent is de op een na grootste economie daarmee teruggekeerd naar de rand van deflatie, wat erop wijst dat het economische herstel van het land nog steeds kwetsbaar is en aanvullende steun nodig heeft. Economen hadden gerekend op een stijging van de consumentenprijzen met 0,2 procent in september.
De afvlakking van de inflatie volgt op een lichte stijging van 0,1 procent in augustus. Het Aziatische land leek daarmee al na een maand uit een korte periode met zogeheten deflatie te zijn gekomen. In juli gleed het land namelijk weg in deflatie, doordat de consumentenprijzen voor het eerst in meer dan twee jaar waren gedaald. Deflatie, oftewel het omgekeerde van inflatie, is vaak een slecht teken voor de groei van de economie. Dat komt doordat consumenten dan geneigd zijn hun geld op te potten omdat ze er later meer mee kunnen kopen.
Het Chinese statistiekbureau kwam ook met nieuwe gegevens over de producentenprijzen. De prijzen die fabrikanten voor hun goederen vragen daalden vorige maand met 2,5 procent, na een daling van 3 procent in augustus. Economen hadden hier gerekend op een prijsdaling met 2,4 procent.
China kampt al enige tijd met een kwakkelend herstel van zijn economie. Het land heeft onder meer te maken met een dalende export en een flinke crisis in de vastgoedsector. Daar dreigen bedrijven onder hun grote schuldenlast te bezwijken. Ook is het vertrouwen onder consumenten laag en geven ze minder uit.
Vrijdag werd ook bekendgemaakt dat de Chinese export opnieuw is gedaald. De uitvoer nam in september af met 6,2 procent. Dat was wel minder dan de afname met 8 procent die economen hadden voorzien. De Chinese export laat al sinds mei dit jaar een daling zien op jaarbasis. Ook de import daalde vorige maand met 6,2 procent. Dat was iets meer dan de afname met 6 procent waarop economen hadden gerekend.
Het Internationaal Monetaire Fonds verlaagde onlangs zijn groeivoorspelling voor China voor dit jaar van 5,2 procent naar 5 procent, en voor volgend jaar van 4,5 procent naar 4,2 procent. Volgens het IMF verliest de economie momentum als gevolg van de daling van de investeringen in onroerend goed en de huizenprijzen. China kende vorig jaar met 3 procent nog de kleinste economische groei in decennia. Dat kwam vooral door de strikte lockdowns in het land.