Drentse orde en properheid
Ondanks alle betonnen Bartjes in tuinen is dit niet het land van Bartje. Hier lijkt geen sprake van arme landarbeidersgezinnen, van turf, jenever en achterdocht. Hier heersen orde en properheid.
We kiezen een redelijk korte fietsroute van nog geen 40 kilometer, zodat het museumdorp Orvelte en Kamp Westerbork gecombineerd kunnen worden. Startpunt is het dorp Westerbork. Daar slaan we broodjes in voor de lunch onderweg en laten het dorp verder links liggen. Want het National Apple Museum is verhuisd naar Utrecht en Veilinghuis Vinkleuk tart de openingstijden en blijft op slot.
We trappen ’m aan, passeren het Museum van Papierknipkunst en gaan richting Zwiggelte. Jammer dat het geen zaterdag is; nu moeten we het Zwiggelter noaberuurtje in het Leshokkie aan ons voorbij laten gaan. De route is afwisselend, smalle fietspaden door bossen waar het zonlicht de blaadjes van zilver maakt. Landweggetjes met goed onderhouden Drentse boerderijtjes. Zelfs de akkers en weilanden liggen er welgedaan en vrolijk vruchtbaar bij.
We volgen het Oranjekanaal Zuidzijde en buigen af om nieuwe investeringen van Landal GreenParks in ogenschouw te nemen. Een enorm terrein, waarbij zandafgravingen met water zijn gevuld en de oevers dicht zijn aangeplant met luxe vakantiewoningen; de Landal Drentse Lagune. Het ziet er gelikt uit en grote borden nodigen ons uit mee te investeren.
Met een dubbel gevoel fietsen we verder. Orvelte wacht. Via Kromboom en Brinkstukken benaderen we het museumdorp. Geen hekken, geen muren, geen ticketautomaat, gewoon een dorp waar je binnen fietst. Links de houtzagerij, rechts ’t Stokertje, een kachelwinkel. Rondom de Brink hebben de boerderijen meest een horecabestemming of worden in ieder geval commercieel benut. De Drentse Heerlijkheid, De Schenkerij, De Slaoperij, Zoo Bizar (de kleinste dierentuin van Nederland), het is allemaal in het wild te bezichtigen. Dat doen we dan ook, samen met enkele duizenden anderen. Orvelte is een aardig dorp, het directe ommeland van Orvelte steelt echter de show: de schaapskudde, het meer aan de Kromboom, de ijzertijdboerderij en het Orvelterzand.
We verlaten het dorp via de Schoolstraat en reizen af naar Zweelo en Aalden, waar de molen behalve een mooi uitzicht ook een rustpunt biedt. We haasten ons verder om voldoende tijd voor doorgangskamp Westerbork over te houden. Het herinneringscentrum in Hooghalen bezoeken we, aan het kamp zelf en het nationaal monument komen we niet meer toe. We besluiten, zo mogelijk, later terug te komen. Voor het Drentse landschap en voor Kamp Westerbork. Dat voelt niet aan als moeten, maar als mogen.