Internationaal Gerechtshof behandelt martelzaak tegen Syrië
Het Internationaal Gerechtshof (ICJ) in Den Haag behandelt een zaak die Nederland en Canada hebben aangespannen tegen Syrië. Beide landen stellen dat Damascus zich schuldig heeft gemaakt aan mensenrechtenschendingen omdat het regime van Bashar al-Assad mensen foltert.
Dinsdag en woensdag kunnen zowel Nederland en Canada als Syrië hun zaak bepleiten. Volgens de aanklagers martelt het regime van Assad burgers al sinds 2011, toen prodemocratische protesten met geweld werden onderdrukt. „De mensenrechtenschendingen omvatten marteling en andere, inhumane en vernederende behandelingen en straffen”, aldus Nederland en Canada.
Op de demonstraties volgde een burgeroorlog, die nog steeds voortduurt. Assad werd een internationale paria, maar verschillende Arabische landen hebben hun relatie met Syrië de afgelopen tijd enigszins genormaliseerd.
