Dementie
Er zijn soms zaken waarvoor je je schaamt. Voor mij geldt dat bij het onderwerp dementie. Vóór wij er in de familie mee te maken kregen, vond ik dat eigenlijk helemaal niet zo’n ernstige ziekte. Want ja, vergeetachtigheid, dat hoort toch bij het ouder worden? Inmiddels weet ik wel beter. Dementie gaat niet alleen over dingen vergeten. Was het maar zo.
Onlangs was ik bij een familieavond waar informatie werd gegeven over alle aspecten van het dementeren. Het was geen avond met tabellen en powerpoints waarin precies werd uitgelegd wat er in de hersenen van een dementerend iemand gebeurt. Het was wél een bijeenkomst waarin mensen die jarenlang een dementerende geliefde hadden begeleid, vertelden over wat ze meegemaakt hadden. En wat ze gedurende de tijd van soms extreem zware mantelzorg hadden geleerd.
Voor iemand die bij een krant werkt en vanaf de journalistieke opleiding al gericht is op vragen als ”wie, wat, waar, wanneer en hoe” was het een leerzame avond. Want al die vragen die je moet stellen als je een nieuwsartikel schrijft, moet je in het verzorgingshuis diep wegstoppen in je broekzak. Neem iemand die dementeert nimmer een examen af. Daarmee breng je vader, moeder, man of vrouw namelijk in een onmogelijke positie. Ze kunnen het antwoord op de vragen niet meer geven, maar voelen wel dat ze falen. Steeds zakken ze voor een examen, terwijl ze door de mist in hun geest dat gevoel niet eens benoemen kunnen.
Wat je wel moet doen? Ach, dat is eigenlijk zo simpel dat ik het mezelf vóór ieder bezoek weer in herinnering moet brengen. Want zo gaat dat in een maatschappij waarin we getraind zijn om vooral moeilijke dingen te onthouden. Wees nabij. Dat was eigenlijk in twee woorden de les. Ga naast iemand zitten, leg een arm om de schouder, pak de hand vast. En wees blij als je herkend wordt en als je naam wordt genoemd. Want de tijd komt vaak veel te snel dat die herkenning er niet meer is.
Veel geleerd dus, die avond. Over dementie, mezelf, maar vooral ook over de verzorgenden die zeven dagen in de week optrekken met de mensen op hun afdeling en hun niet alleen zorg maar vooral ook liefde geven.
Of, zoals een familielid zei: „Ik denk vaak aan mijn partner zoals ze wás, maar de zorg houdt van haar zoals ze ís.”