Olieprijzen op koers voor sterkste weekdaling sinds maart
De olieprijzen liggen op koers om deze week met circa 9 procent te dalen, wat de sterkste daling op weekbasis sinds maart zou zijn. De prijzen staan onder druk door signalen van een afzwakkende vraag naar benzine in de Verenigde Staten en zorgen over een recessie door de hoge rente. Ook de sterke dollar drukt de prijzen omlaag omdat olie daardoor duurder wordt voor handelaren met andere valuta. Dat ondermijnt de vraag.
De prijzen zijn nu ongeveer terug op het niveau van eind augustus. De prijs van een vat Amerikaanse WTI-olie (van 159 liter) staat nu rond de 82 dollar. Eind september was dat nog ongeveer 95 dollar. Brent, de maatstaf voor olie uit Europa, het Midden-Oosten en Afrika, kost momenteel ongeveer 84 dollar per vat. Op woensdag zakten de prijzen met meer dan 5 procent, wat de grootste daling op een dag in meer dan een jaar was.
De prijzen waren vanaf eind juni bezig met een vrij gestage opmars, voornamelijk aangejaagd door de productiebeperkingen van de grote olieproducenten Saudi-Arabië en Rusland. Die twee landen maakten woensdag nog bekend tot het einde van dit jaar door te gaan met het verlagen van de productie om zo de prijzen te stutten. Oliekenners hadden gespeculeerd dat door die beperkingen de olieprijzen tot wel 100 dollar konden stijgen.
Mogelijk kan oliekartel OPEC+, waarvan Saudi-Arabië en Rusland de belangrijkste leden zijn, besluiten de productie nog verder te verlagen om zo een halt toe te roepen aan de dalende olieprijzen. In mei en maart zakte de Amerikaanse olieprijs nog tot onder de 65 dollar vanwege rente- en recessiezorgen.
De neergang die de oliemarkt sinds eind vorige maand heeft ingezet, is langzaamaan terug te zien aan de pomp. De adviesprijs voor een liter benzine aan de Nederlandse pomp staat volgens consumentenorganisatie UnitedConsumers nu op 2,230 euro. Medio september lag de adviesprijs voor Euro95 nog rond de 2,30 euro.
De adviesprijs voor diesel is nu 2,064 euro. Dat was vorige maand nog meer dan 2,10 euro. De adviesprijzen van de grote oliemaatschappijen worden meestal enkel langs snelwegen gevraagd, want pompstationhouders kunnen afwijken. Op andere locaties liggen de brandstofprijzen doorgaans lager.