Klaas Bennink overleefde mei 1940 niet
Jentje Bennink-Beens is haar 31e verjaardag nooit vergeten: toen kreeg ze bericht dat haar man in de strijd bij de Grebbeberg was omgekomen. Zijn naam is nu –met vijf andere– toegevoegd aan een oorlogsmonument in Soesterberg.
In Genemuiden herinnert de naam Klaas Benninkstraat aan de enige militair uit het biezenstadje die de Tweede Wereldoorlog niet overleefde. En Jentje was bijna 57 jaar weduwe. Haar dochters bewaarden een fotootje uit de rouwtijd: „Drie kleine meisjes, hand in hand, diep in het zwart”, zoals het op de website van de Oorlogsgravenstichting staat.
Tientallen nabestaanden van de omgekomen soldaat waren donderdagmorgen bijeen op het Logistiek Ereveld van de Dumoulinkazerne, een van de negen kazernes aan de militaire weg Zeisterspoor bij Soesterberg. Het regiment Bevoorradings- en Transporttroepen hield er de jaarlijkse dodenherdenking, voor de achttiende keer. Samen met Pieter Beens en Janine Elken, achterkleinkinderen van Klaas Bennink, onthulde regimentscommandant Souman de zuil waarop zes namen zijn toegevoegd. Na onderzoek is vastgesteld dat de zes mannen behoorden tot een van de stamregimenten waaruit het regiment Bevoorradings- en Transporttroepen is voortgekomen.
Rond het plein zijn historische militaire voertuigen opgesteld. Groepen militairen staan stram in de houding als het vaandel wordt opgesteld. Onder de gasten zijn enkele stokoude veteranen.
Buiten gevonden
Luitenant-kolonel Souman spreekt over 10 mei 1940, toen de Nederlandse neutraliteit ruw werd verstoord. De bevoorradingstroepen probeerden hun werk te doen, maar werden gehinderd door artilleriebeschietingen en vluchtelingenstromen.
Souman spreekt over 12 mei, toen vier militairen dicht bij de ingang van het Rhenense dierenpark sneuvelden. Hun namen zijn nu op de zuil gezet: Dijkstra, De Marie, Van der Borght, Strang.
Souman spreekt ook over 13 mei, toen zich aan de andere kant van Rhenen een drama voltrok. Duitse projectielen troffen de Nederlandse munitie-aanvullingsplaats Remmerden. Sommige explosieven belandden in de munitie. Twee militairen overleefden het niet. Hun namen staan nu op de zuil: ”Sld. Bennink, K.” en ”Sld. Holtmaat, G.J.” Erboven: ”2e Cie AAT” – tweede compagnie Aan- en Afvoertroepen.
Op de website van de Oorlogsgravenstichting staan de herinneringen van de overlevenden: „Dekken, mannen!, wordt er geschreeuwd en een groepje mannen rent zo snel ze kunnen naar hun schuilplaats. Daarin dekken ze zich als buiten de granaten ontploffen en de aarde omhoog spat. Even later is er een ogenblik vuurpauze. Ze kijken rond. Is iedereen er? Nee, niet allemaal! Waar is Bennink? Even later vinden zijn maten hem: vlakbij de ingang, buiten, gesneuveld, dood.”
Onherstelbaar verlies
”Gesneuveld”, zo staat het ook zijn grafsteen. Klaas Bennink was 35 jaar. „Wat zal zijn vrouw in spanning gezeten hebben”, zegt Souman. „Oorlog brengt dood, verderf en rouw.” Toen haar broer Gait „het zwarte nieuws” bracht, begon voor Jentje rouw die 57 jaar zou duren. Levenslang. „Weduwe. En hun meisjes hadden geen vader meer.”
Souman spreekt de familie toe, over het „onherstelbare verlies”. De namenzuil „herinnert aan gebrachte offers”. Muziek klinkt, en de commandant spreekt opnieuw: „We zullen hen altijd blijven gedenken. Het huidige tijdsbeeld geeft aan hoe broos vrijheid is.”
De vier doden van 12 mei liggen op het ereveld op de Grebbeberg. De twee doden van 13 mei werden naar het militair veldhospitaal in Driebergen gebracht en kregen daar een tijdelijk graf. Na enkele weken zijn ze herbegraven in hun woonplaats: Bennink in Genemuiden, Holtmaat in Raalte. Luitenant-kolonel Souman bracht daar woensdagmiddag een bloemengroet, in het bijzijn van familieleden.
Bennink behoorde tot de Gereformeerde Gemeenten. Tijdens zijn herbegrafenis in 1940 sprak ds. H. Ligtenberg sr. over Openbaring 14:13: „Zalig zijn de doden, die in de Heere sterven, van nu aan…”
Zes namen
Benninks plaats in zijn gezin was leeg. Zijn achterkleindochter Janine draagt nu het gedicht voor dat op 4 mei 2019 op de Dam in Amsterdam klonk: ”Eén keer vaker kijken naar de foto aan de muur…”
Er worden kransen en bloemstukken geplaatst. Door de Soester burgemeester Metz, door militairen, door veteranen. Er is ook een bloemstuk namens de familie van Klaas Bennink.
Een minuut lang worden de doden in stilte herdacht. Als het Wilhelmus klinkt, gaat de Nederlandse driekleur van halfstok naar de top van de vlaggenmast. Dan trekken familieleden en militairen in een lange rij langs de zuil waarop nu zes namen zijn toegevoegd. Van zes mannen die nu jaarlijks zullen worden herdacht.