De kraanvogel is sinds 2001 terug in Nederland na eeuwen van afwezigheid. De vogel werd voor het eerst weer gezien in het Fochteloërveen op de grens van Drenthe en Friesland. Dat natte hoogveengebied is nog steeds een geliefde pleisterplaats voor de grote vogels. Ook het Dwingelderveld en het Drents-Friese Wold zijn populaire vestigingsplaatsen. Verder zijn er volgens de Vogelbescherming deze zomer kleine aantallen kraanvogels gezien in Overijssel en Gelderland en een enkel paar in Noord-Brabant en Limburg.

Volgens de vogelorganisatie heeft de kraanvogel dit seizoen geprofiteerd van het zeer natte voorjaar. Daardoor kwamen er veel minder bezoekers naar natuurgebieden, waardoor broedplaatsen minder werden verstoord. Bovendien hebben kraanvogels een voorkeur voor nattigheid. Vogelbescherming Nederland verwacht een verdere toename van kraanvogels naarmate er meer waterbergingsgebieden voor de opvang van hoogwater in Nederland worden aangelegd. Kraanvogels brengen de winter door in zuidelijke streken en Afrika.