Jeugddetentie voor jonge ouders in zaak baby afvalcontainer
De rechtbank in Amsterdam heeft dinsdag vijftien maanden jeugddetentie opgelegd aan de ouders van de baby die in februari 2021 in een ondergrondse afvalcontainer in Amsterdam-Zuidoost werd gevonden en ternauwernood kon worden gered. De twee, die in afwachting van het vonnis op vrije voeten waren, zijn direct na het uitspreken daarvan weer gevangen gezet.
De straffen zijn ook opgelegd voor het doden en begraven van een baby in 2019. De rechtbank acht in die zaak moord bewezen, in de zaak rond de in de container gevonden zuigeling poging tot moord. De twee verdachten zijn nu 20 jaar oud. De zaak werd achter gesloten deuren behandeld vanwege hun jonge leeftijd. „Buitengewoon ernstige en schokkende feiten, gruwelijke daden”, aldus de rechtbank. De twee moeten meewerken aan een gedragskundige behandeling.
De baby in de container werd in de avond van 21 februari 2021 ontdekt door iemand die vuilnis wilde weggooien. Politie en brandweer wisten het kind te redden. Het naakte meisje zat in een boodschappentas. Zij was onderkoeld, maar niet ernstig gewond, ondanks dat er nog vuilniszakken in de container zijn gedumpt toen zij daar al lag. De verdachten meldden zich op 24 februari 2021 bij de politie, nadat de vondst van de baby in de container uitgebreid in het nieuws was geweest.
Het kind is nu 2,5 jaar oud en maakt het naar omstandigheden goed. De politie kwam de beide ouders op het spoor via een kassabon die in de boodschappentas zat. Onderzoek wees uit dat het tweetal ook in 2019 een kind heeft gekregen. In december 2021 vond de politie in een tuin van een woning in Amsterdam-Zuidoost het babylichaampje van een meisje. Onduidelijk is gebleven hoe de baby om het leven is gebracht en geen van beide ouders heeft daar iets over willen zeggen.
In beide gevallen is volgens de rechtbank bewezen dat de twee verdachten van tevoren hadden besloten dat de baby niet in leven zou worden gelaten. Het tweetal heeft volgens de rechtbank „nauwelijks inzicht gegeven in hun beweegredenen” en „volstrekt ongeloofwaardige” verklaringen afgelegd. Zo hebben zij tijdens verhoren gezegd dat zij dachten dat het kind dat in de container is achtergelaten dood was. Onder meer uit chats is volgens de rechtbank gebleken dat dit niet waar is. „Uit alles wat jullie naar elkaar appen blijkt dat jullie wisten dat ze nog leefde.”
Het Openbaar Ministerie had tegen beide verdachten 1,5 jaar jeugddetentie en voorwaardelijke jeugd-tbs geëist.