Kabinet laat niets heel van koopkrachtplannen Tweede Kamer
Het kabinet maakt korte metten met de plannen van de Tweede Kamer voor koopkrachtverbetering. De moties die na de Algemene Politieke Beschouwingen zijn aangenomen en de begroting voor ruim 4,1 miljard euro moeten vertimmeren, zijn onvoldoende of niet deugdelijk gedekt. Het begrotingstekort zou bovendien boven de drie procent uitkomen, wat volgens Europese regels niet mag, schrijft minister Sigrid Kaag (Financiën) aan de Kamer.
In de Kamerbrief staat per motie aangeven waar het aan schort. Zo deugt de dekking niet voor de wens van onder meer de VVD om de benzine- en dieselaccijns in 2024 niet te verhogen en de energiebelasting voor huishoudens structureel met 200 miljoen euro te verlagen. Die bestaat deels uit incidentele en structurele middelen, en als het nodig is een greep uit het Nationaal Groeifonds. Bovendien hebben vooral de hogere inkomens baat bij dit voorstel, omdat zij meer brandstof verbruiken. Verder rijden huishoudens minder in dieselauto’s.
De extra verhoging van het minimumloon met 1,7 procent per 2024 kost zo’n 1,2 miljard euro structureel per jaar. Daarvan gaat circa 0,7 miljard euro extra naar de AOW, waaraan de verhoging van het minimumloon is gekoppeld. Deze „bijzondere verhoging” van het minimumloon vergt een wetswijziging en is per 1 januari bovendien niet mogelijk, schrijft Kaag. Invoering per 1 juli is bovendien een risico voor mensen die toeslagen ontvangen. Als zij meer verdienen, moeten zij mogelijk een deel van de toeslagen die zij eerder in het jaar kregen weer terugbetalen.
Het CDA-voorstel om overstappende vliegreizigers te belasten en van dat geld de energierekening voor huishoudens te verlagen kan ook op kritiek rekenen. Het plan zou pas ingaan vanaf 1 januari 2025, waardoor volgend jaar een gat op de begroting zou ontstaan. Ook de dekking van het voorstel om prijsstijgingen in het openbaar vervoer tegen te gaan, deugt niet. De motie vraagt om een eenmalige investering, maar voor de jaren daarna is geen geld. Ook het verhogen van de kinderbijslag met 250 miljoen euro „is niet conform de begrotingsregels omdat derving van inkomsten aan de uitgavenkant wordt gedekt”, schrijft Kaag.
Dat het kabinet zeer kritisch is op de plannen, betekent niet dat er nu niets van terecht komt. Het is nu aan de Kamer om de kritiek te verwerken in eventuele wijzigingsvoorstellen (amendementen) op de begroting. Die kunnen zij indienen tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen volgende week.
Het kabinet had zelf in de Miljoenennota een koopkrachtpakket gepresenteerd van structureel 2 miljard euro, mét dekking.