Touroperator Vacansoleil op rand van faillissement
Touroperator Vacansoleil verkeert in grote financiële moeilijkheden. De aanbieder van campingvakanties heeft uitstel van betaling aangevraagd, wat vaak een voorbode is van faillissement.
Het bedrijf had naar eigen zeggen een grote schuldenlast opgebouwd in het verleden. Na de uitbraak van de coronapandemie zakte de verkoop van campingvakanties in en moest het bedrijf extra financiering aantrekken. Nu de rentes hard zijn gestegen, is die schuldenberg onhoudbaar geworden. Ook de hoge inflatie bracht Vacansoleil in de problemen, meldt het bedrijf.
Via het in 1969 opgerichte Vacansoleil gaan jaarlijks zo’n half miljoen mensen op vakantie in 22 Europese landen. Bij een eventueel faillissement maken klanten die een aanbetaling hebben gedaan waarschijnlijk kans op een compensatie. Het bedrijf is namelijk aangesloten bij de Stichting Garantiefonds Reisgelden (SGR), die klanten van reisorganisaties vergoedt in het geval van een bankroet.
Volgens een woordvoerder van het bedrijf dateren veel schulden nog uit de periode van voor de coronacrisis. Toen leed Vacansoleil enkele jaren achtereen verliezen. Een reorganisatie moest voor beterschap zorgen, maar de pandemie zorgde opnieuw voor financiële problemen.
„We hebben dit jaar en vorig jaar gewoon winst gemaakt, op operationeel vlak. Maar dat is voor rentebetalingen. De rentelasten uit het verleden moet je van die winst betalen”, legt de zegsman uit.
Vorig jaar leed Vacansoleil een nettoverlies van 2,6 miljoen euro, op een aanzienlijk gestegen omzet. Een jaar eerder bedroeg het verlies nog 5,8 miljoen euro, staat in het meest recente jaarverslag van het bedrijf. De onderneming had de laatste jaren ook een fors negatief eigen vermogen.
Voor de driehonderd medewerkers van Vacansoleil breekt een onzekere periode aan. Het is de bedoeling dat een bewindvoerder samen met de directie van het bedrijf kijkt welke toekomstmogelijkheden er nog zijn. Tot kort voor de aanvraag van surseance liepen ook nog gesprekken over de verkoop van het familiebedrijf, maar die liepen op niets uit.