OM wil dat oud-kopstuk Hells Angels Haarlem straf volledig uitzit
Het Openbaar Ministerie heeft de rechtbank in Alkmaar dinsdag gevraagd de voorwaardelijke invrijheidstelling van voormalig Hells Angels-kopstuk Lysander de R. te schrappen. Volgens de aanklager heeft de vroegere voorman van de Haarlemse chapter van de motorclub vanuit de gevangenis opnieuw criminele activiteiten ontplooid. Hij wil dat De R. zijn straf volledig uitzit.
De R. (41) kreeg in 2018 na een eis van veertien jaar cel negen jaar gevangenisstraf voor een waslijst aan misdrijven, waaronder het leiding geven aan een criminele organisatie, bedreiging en afpersing. Volgens de rechtbank groeide de Haarlemse afdeling van de Hells Angels onder zijn presidentschap uit tot „een keihard en beestachtig chapter”, dat „ontwrichtend voor de samenleving” was.
Afgelopen zomer zou De R. een enkelband hebben gekregen en op 20 augustus volgend jaar zou hij in aanmerking komen voor voorwaardelijke invrijheidstelling, omdat hij dan twee derde van zijn straf heeft uitgezeten. Vlak voor zijn verlof werd hij in juli in zijn cel echter aangehouden op de verdenking dat hij in detentie opnieuw leiding heeft gegeven aan een criminele organisatie. De R. richtte in 2019 vanuit de cel motorclub Hardliners op.
In de rechtszaal noemde De R. de eis van justitie „belachelijk en buitensporig”. „Het OM zegt dat ik me slecht gedraag. Maar ik heb me binnen steeds aan alle voorwaarden gehouden.” Zijn advocaat noemde de nieuwe verdenkingen flinterdun. „Justitie wil gewoon voorkomen dat mijn cliënt op vrije voeten komt.”
Volgens de raadsman ligt er te weinig concreets om de voorwaardelijke invrijheidstelling te schrappen. Ook hoeft het OM volgens hem niet te vrezen dat De R. op vrije voeten komt. In de nieuwe zaak heeft de rechtbank bepaald dat hij in voorarrest komt zodra zijn huidige straf erop zit. Het OM wil slechts „een dubbel slot op de celdeur” van De R. zetten, aldus de raadsman. „Maar bewezen is er nog niets. En wat als de rechtbank hem straks vrijspreekt in de nieuwe zaak? Dan heeft hij zomaar drie jaar extra aan zijn broek gehad.”
De officier van justitie benadrukte dat sprake is van „ernstige verdenkingen, zoals afpersing, bedreiging, dwang en mishandeling”. Voorwaardelijke invrijheidstelling zou De R. „belonen voor zijn gedrag in detentie”, zei hij. „Bovendien is volgens ons groot gevaar op herhaling.”
De rechtbank beslist op 10 oktober.