Staakt-het-vuren wordt nageleefd in verslagen Nagorno-Karabach
Volgens de etnische Armeense autoriteiten in de enclave Nagorno-Karabach houdt de wapenstilstand die woensdag werd gesloten stand. Ze bevestigen dat gewonden uit het gebied worden geëvacueerd richting Armenië. Zowel het Rode Kruis als Russische vredestroepen zouden daarbij assisteren. Later dit weekend zou ook de elektriciteit in de regio weer moeten werken.
Ook humanitaire hulpgoederen worden getransporteerd vanuit Armenië naar Stepanakert, de hoofdstad van Nagorno-Karabach. Persagentschap Reuters bevestigde dat een konvooi van het Rode Kruis onderweg is naar het getroffen gebied.
Rusland, dat het bestand mede tot stand heeft gebracht, stelt dat Armeense strijders in Nagorno-Karabach hun wapens inleveren. Het zou gaan om onder meer achthonderd geweren en zes gepantserde voertuigen. De Russische vredesmacht in het gebied, die bestaat uit zo’n 2000 soldaten, overziet die operatie.
Dinsdag viel Azerbeidzjan Nagorno-Karabach aan en eiste dat Armeense separatisten hun wapens zouden neerleggen. De enclave ligt in Azerbeidzjan maar wordt voornamelijk bevolkt door zo’n 120.000 etnische Armeniërs. Het gebied is al tientallen jaren een bron van spanning tussen Bakoe en Jerevan en heeft al geleid tot meerdere oorlogen. De voorbije maanden blokkeerde Azerbeidzjan de toegang tot het gebied waardoor veel inwoners zonder voedsel en medicijnen kwamen te zitten.
De president van Azerbeidzjan, Ilham Alijev, sprak na de aanval eerder deze week van een „succesvolle antiterreuroperatie”. Het leger van Azerbeidzjan is veel machtiger dan dat van Armenië, waardoor Jerevan al snel akkoord ging met een staakt-het-vuren.
Het doel van Azerbeidzjan lijkt Nagorno-Karabach te integreren in het land. In een toespraak aan de Verenigde Naties zei de Azerbeidzjaanse minister van Buitenlandse Zaken, Jeihoen Bajramov, dat zijn land etnische Armeniërs uit Nagorno-Karabach zal behandelen als „evenwaardige burgers”.