Zuid-Holland worstelt met vraag hoe het Chemours kan aanpakken
Alsof de provincie Zuid-Holland met een paar emmertjes water een grote bosbrand moet bestrijden. Zo omschrijft Statenlid Djoeki van Woerden-Kerssen van de ChristenUnie de situatie rond de chemische fabriek Chemours in Dordrecht. „Iemand heeft met vuur gespeeld. Het college van Gedeputeerde Staten en milieudienst DCMR staan met een paar emmers water aan de kant om die enorme brand te bestrijden. Dat is goed, maar niet goed genoeg”, aldus Van Woerden tijdens het debat over Chemours.
Alle partijen in de Provinciale Staten willen dat er iets gebeurt aan de situatie rond de fabriek in Dordrecht, die door de jaren heen voor ernstige PFAS-vervuiling in de omgeving heeft gezorgd. Een bevolkingsonderzoek, een opruimfonds, een lobby om de wet- en regelgeving aan te passen; van alles kwam voorbij. De fracties dienden ruim twintig moties in met verzoeken aan het college, waarover ze later op de dag gaan stemmen.
„Laten we als provincie het lef tonen om die zo belangrijke eerste stappen vandaag te zetten”, zei Ellen Verkoelen van 50PLUS. „We hebben een tsunami aan moties om dit allemaal mogelijk te maken. 50PLUS zal ze allemaal ondertekenen. Ruim zestig jaar DuPont/Chemours, een tijdbomfabriek, is genoeg. Het is tijd dat we verder leven zonder dat antiaanbaklaagje in onze pannen”, doelde ze op een van de producten van de fabriek.
De ‘zwaarste’ motie is een oproep van de Partij voor de Dieren en de SP om te onderzoeken of het juridisch mogelijk is om de vergunning van Chemours in te trekken en de fabriek te sluiten. Het is zeer de vraag of daar een meerderheid in de Staten voor is. De verantwoordelijke gedeputeerden Frederik Zevenbergen en Meindert Stolk hebben al herhaaldelijk aangegeven dat de huidige wet- en regelgeving daar geen mogelijkheden toe geeft.
De BBB, die net als de VVD acht zetels heeft, toonde zich terughoudend. Statenlid Ad Merks pleitte voor een stevig gesprek tussen de gedeputeerden en de directie van Chemours. „Ik heb daar sterk vertrouwen in”, aldus Merks. Het leidde tot verbaasde reacties van andere partijen, die zich afvroegen hoe de BBB vertrouwen kan hebben in een bedrijf dat jarenlang heeft gezwegen over de schadelijkheid van de stoffen die werden uitgestoten. „Is dit nu nieuwe politiek? Het lijkt meer oude wijn in nieuwe zakken”, aldus Verkoelen. Merks nuanceerde daarna zijn woorden. „Ik heb vertrouwen in onze gedeputeerden en onze zeer deskundige milieudienst.”