Hou vol, gebroken nachten en poepluiers gaan voorbij
Het waren twintig goede jaren, hoorde ik oud-presidentsvrouw Michelle Obama zeggen toen een journalist haar feliciteerde met haar dertigjarig huwelijk. Het duurde even voordat het kwartje viel.
Inmiddels hopen de twee in oktober al 31 jaar getrouwd te zijn. En moest ik aan die uitspraak denken, toen er in diverse media geschreven werd over de Dag van de Scheiding, op de tweede vrijdag in september.
Ik dacht: wat zou het goed zijn als we met z’n allen iets van Michelle zouden hebben en wat minder de schone schijn zouden ophouden. En gewoon vertellen hoe het ermee gaat. Nee, dat is wat anders dan de vuile was buitenhangen. En het hoeft echt niet tegen iedereen. Maar hoe zorgen we anders dat jonge stellen weten waar ze aan beginnen. Dat het huwelijk iets prachtigs is. Maar soms ook niet. En waar in moeilijke tijden hun Hulp vandaan komt.
In het bedrijfsleven zou je zoiets verwachtingsmanagement noemen. Je denkt na over wat beide partijen verwachten en belangrijk vinden voor de toekomst. Dat soort gesprekken zou je tussen alle drukte van het organiseren van een bruiloft en alle details die een huwelijksdag perfect moeten maken –tafelschikking met lintjes, uitzwaaien met confetti– zomaar kunnen vergeten. Dan vraag je je de volgende dag af: en nu?
Michelle Obama vertelde: „Er waren tien jaren waarin ik hem amper kon luchten of zien.” Het ging over de tijd dat de kinderen klein waren en de verdeling van taken bij haar niet eerlijk aanvoelde. Híj werkte aan zijn politieke carrière –en ging ’s avonds fitnessen of golfen– en zíj telde –boos als ze was– het aantal poepbroeken dat ze verschoonde en zette dat af tegen het aantal luiers dat híj oppakte. En toch kwamen ze eruit en zetten ze door. Gelukkig maar, want daarna volgden er nog vele mooie jaren.
De tijd van poepbroeken zijn ook wij al een poosje voorbij. Die van de gebroken nachten ook. Als ik terugkijk, waren dat ook voor ons de pittigste jaren. Midden in de nacht ruziën over wel of niet laten huilen, blijkbaar dachten we daar allebei verschillend over. Als ik stellen zie die overdag hun ogen niet kunnen openhouden, wéét ik dat ze in dié fase zitten. Ik wil hun toefluisteren dat het voorbijgaat. En hen bemoedigen: Hou vol!