Hij raakte een deel van zijn linkerarm en het zicht in één oog kwijt. Rachid Laaziri (31) zat urenlang onder het puin van zijn huis vast voor reddingswerkers hem bevrijdden na de verwoestende aardbeving die Marokko vrijdagavond trof. „Ik zag mijn leven aan me voorbijtrekken.”
Met de pijn valt het wel mee, zegt Rachid. Zijn gezicht spreekt echter andere taal. Dat is ook geen wonder. Zijn arm is vanaf de elleboog geamputeerd en zijn rechteroogkas is met een dik verband bedekt.
„Het was net na elf uur vrijdagavond toen de ramp plaatshad”, vertelt Rachid, buiten het ziekenhuis in Marrakech. „Ik was alleen thuis in mijn dorp Moulay Brahim, in het Atlasgebergte. Mijn gezin was in de stad – gelukkig achteraf. Ik had meteen in de gaten dat het om een aardbeving ging. Ik wilde naar buiten rennen, omdat het daar veiliger is. Maar voor ik het wist, kwam het plafond naar beneden.”
De Marokkaanse man werd bedolven onder de brokstukken. „Wat ik me vooral van die eerste minuten herinner, is de afschuwelijke pijn in mijn hoofd. Er was een stuk betonijzer dwars door mijn oog gegaan. Het is een wonder dat er niets in mijn hersenen is beschadigd.”
Klopsignalen
Al snel kreeg Rachid ook geen gevoel meer in zijn linkerarm, die bekneld zat onder een enorm stuk beton. „Toch maakte ik me daar niet eens zoveel zorgen om. Mijn oog deed veel meer pijn. En ik dacht: Ook al moet ik misschien een arm missen, als ik hier maar levend uit kom. Ik had verhalen gelezen van andere mensen die dit is overkomen. Maar je gelooft nooit dat het je zelf kan treffen.”
Uren kropen voorbij, zonder dat de zwaargewonde man een teken van leven bespeurde. „Ik heb af en toe geroepen, maar ik hoorde geen enkel geluid. Dan gaat er heel wat door je heen. Ik zag mijn leven aan me voorbijtrekken. Gek hè, je leest altijd in boeken dat mensen op dit soort momenten hun verleden als in een film herbeleven. Maar het is echt zo. Tot in de kleinste details.”
Tegen de ochtend drongen eindelijk geluiden van buiten tot Rachid door. Ik heb als een razende geschreeuwd en met mijn gezonde arm geslagen op een pan die naast me lag. Om maar te laten weten dat ik onder het puin lag. Met klopsignalen lieten de mensen me weten dat ze me hadden gehoord.”
Met weinig meer dan hun blote handen wisten inwoners van Moulay Brahim Rachid te bevrijden. „Met een sleepkabel en een auto hebben ze sommige stukken beton weggetrokken, hoorde ik achteraf. Zodra ik de eerste gezichten zag, barstte ik in huilen uit. Mijn eerste vraag was: Hoe is het met mijn familie? Die bleek ongedeerd in Marrakech de ramp te hebben overleefd.”
Dankbaar
In allerijl werd Rachid naar het ziekenhuis in Marrakech gebracht. Dat viel niet mee over de kronkelige bergwegen die deels door vallend gesteente waren versperd. „De rit in de ambulance duurde voor mijn gevoel een eeuwigheid. Ik voelde wel dat ik dringend medische hulp nodig had. Dat was heel dubbel: Ik was gered, maar zou ik dan onderweg naar het hospitaal alsnog sterven?”
Inmiddels overheerst vooral dankbaarheid, ook al moesten de artsen zijn onderarm amputeren en zal het zicht in zijn ene oog nooit meer terugkeren.
Over zijn nabije toekomst wil Rachid, monteur in het dagelijks leven, nog niet al te veel nadenken. „Ik ben heel dankbaar dat ik het heb overleefd. Maar ik besef dat ik voor altijd gehandicapt ben. Dat valt in dit land absoluut niet mee.”