Wat doe je als een kind zegt dat haar moeder poedersuiker eet met haar neus?
Wat doe je als jeugdbeschermer als een meisje van vier jaar tegen haar juf vertelt dat haar moeder poedersuiker eet met haar neus? Wat doe je terwijl je weet dat de oudere broers in het gezin werden mishandeld toen ze uit de school klapten?
Wacht je even af, of confronteer je de moeder met deze kennis? Een nieuwe campagne van jeugdbeschermers, die donderdag startte, werpt licht op dit soort dilemma’s. Want het beeld dat de doorsnee Nederlander heeft van de jeugdbescherming, verdient bijstelling. „Doordat mensen in de media regelmatig hun beklag doen over de –in hun ogen vaak negatieve– impact van gedwongen hulpverlening, lijkt het of wij zomaar verreikende beslissingen nemen, bijvoorbeeld om een kind uit huis te plaatsen.”
Dat vertelt Roos, jeugdbeschermer bij het Leger des Heils. Haar werk begint als de kinderrechter besluit dat de problemen in een gezin zo ernstig zijn dat ouders die niet zelf kunnen oplossen. De narigheid is dan al naar buiten gekomen, bijvoorbeeld doordat buren bij Veilig Thuis meldden dat er regelmatig luidruchtig ruzie wordt gemaakt. Of doordat een medewerker van het consultatiebureau, of een leerkracht, aan de bel trok omdat hij tekenen zag van mishandeling of verwaarlozing. In Nederland hebben ongeveer 38.000 kinderen te maken met de kinderrechter of de jeugdbescherming.
In de nieuwe campagne vertellen Roos en andere jeugdbeschermers over de dilemma’s waar ze in hun werk tegenaan lopen. Die moeilijke afwegingen zijn aan de orde van de dag, benadrukt de Leger des Heils-medewerker. „Soms zijn ze klein, soms zijn ze groot en soms zijn ze heel emotioneel.”
Gewelddadig
In die laatste categorie valt voor haar het verhaal van Bo, een 4-jarig meisje uit een gezin dat Roos al jaren kent. Bo’s ouders kunnen gewelddadig zijn, weet Roos, zeker als ze onder invloed zijn van drugs. De kleuter wordt regelmatig aan haar lot overgelaten: soms krijgt ze geen eten, moet ze alleen naar bed en is ze ’s nachts in haar eentje thuis. „Dat raakt me enorm. Soms lig ik ’s nachts met een hoofd vol zorgen in bed: heeft ze wel gegeten, is ze warm en veilig?”
Op een dag vertelt Bo tegen haar juf dat haar moeder poedersuiker eet met haar neus. De moeder doet echter tegenover Roos alsof ze allang clean is en alles thuis op rolletjes loopt. „Ik heb toen niet aan moeder laten merken dat ik dit wist. Onder andere omdat ik wist dat de broers van Bo eerder zijn afgestraft toen ze iemand vertelden over het drugsgebruik van hun moeder.”
Moeilijke beslissingen, waar Roos wijsheid voor vraagt aan God. „Dat helpt mij, net als het feit dat ik alles wat ik zie in mijn werk, ’s avonds weer in Zijn hand mag leggen.”
De drugsproblematiek kan ze kort erna toch bespreken. „De buren belden mij al snel met hun zorgen over het drugsgebruik door de moeder van Bo. Zo heb ik het toch kunnen aankaarten, zonder Bo in een moeilijke positie te brengen.”
Het werk van een jeugdbeschermer is pittig maar prachtig, staat op de website van de campagne. Het is inderdaad geen doorsnee kantoorbaan, vindt ook Roos. „De verantwoordelijkheid kan drukken. Maar ook de weerstand die je regelmatig bij ouders voelt, maakt het zwaar. Wij bieden gedwongen hulp, dus ouders, en ook kinderen, zitten echt niet altijd op me te wachten. En de hoge werkdruk geeft extra stress.”
Toch wil ze vooral vertellen waarom ze haar werk prachtig vindt en waarom ze met volle overtuiging meedoet aan de campagne. „Ik kan echt het verschil maken voor een kwetsbaar kind. Daarbij moest ik meteen denken aan een jongen die met zijn ouders was gevlucht uit oorlogsgebied. Zij konden niet meer voor hem zorgen, dus hij belandde in een pleeggezin. Nu is hij zestien. Pasgeleden ging ik wat met hem eten, bij de broodjeszaak waar hij nu zijn eerste bijbaantje heeft. Hij maakte grapjes met collega’s en vertelde dat het goed gaat op school. Ik heb die hele ontwikkeling, van getraumatiseerd jongetje naar charmante puber, meegemaakt. Hier doe ik het voor, denk ik dan.”
Om veiligheidsredenen wordt de achternaam van Roos niet vermeld. Haar volledige naam is bij de redactie bekend.