EU-geld tegen belagen vrouwen bleef aan strijkstok hangen
Een derde van het geld waarmee de Europese Unie wereldwijd geweld tegen vrouwen wilde tegengaan, is opgegaan aan rompslomp. De Verenigde Naties, die de campagne voor de EU zouden uitvoeren, maakten zelf 152 miljoen van de vrijgemaakte 500 miljoen euro op, constateert de Europese Rekenkamer. Het is nog de vraag wat vrouwen met het project zijn opgeschoten.
De Europese Commissie deed in 2017 een „ambitieuze” poging vrouwen te beschermen tegen geweld, schrijft de rekenkamer in een rapport over het zogeheten Spotlight-initiatief. Hard nodig, want femicide (het doden van vrouwen omdát ze vrouw zijn, bijvoorbeeld door een partner, ex of familielid) is nog wijdverbreid. Naar schatting één op de drie vrouwen van 15 jaar en ouder krijgt minstens een keer te maken met fysiek of seksueel geweld.
De commissie besloot voor het project de VN in de arm te nemen om zo het stelsel van internationale regels en overleg te steunen. Maar dat was tegen „hoge kosten” voor het beheer, stelt de toezichthouder op de besteding van EU-geld vast. Bijna een derde van het budget van een half miljard ging daaraan op. De commissie verzuimde om andere uitvoerders een echte kans te geven.
Het is moeilijk om in te schatten wat er is verricht met het overgebleven „startkapitaal” van de EU voor Spotlight. Slachtoffers van gendergerelateerd geweld in Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse landen zijn geholpen, erkent de rekenkamer. Er zijn trainingen georganiseerd en voorlichtingscampagnes gehouden. Maar „er moet meer geld bij de slachtoffers terechtkomen”, stelt rekenkamerlid Bettina Jakobsen.
Bewijs dat geweld tegen vrouwen door de inspanningen is afgenomen ontbreekt. In Latijns-Amerika is femicide in ieder geval niet minder geworden. En in sommige projectlanden hebben inmiddels juist minder in plaats van meer mensen er moeite mee dat een man zijn vrouw slaat.
Het is ook maar de vraag of Spotlight een lang leven is beschoren, vreest de rekenkamer. Het is niet gelukt om andere geldschieters te vinden, zoals de bedoeling van de EU was. Terwijl juist dit project meer looptijd vraagt dan de vier jaar die de unie wilde dekken om werkelijk iets te veranderen.