Joegoslavië stelt verdachten ultimatum
De Joegoslavische regering heeft de mensen die door het Joegoslavië-tribunaal zijn aangeklaagd voor onder meer oorlogsmisdaden, drie dagen de tijd gegeven zich over te geven.
Woensdag zijn 23 door het Joegoslavië-tribunaal gezochte verdachten opgeroepen zich vrijwillig bij deze rechtbank in Den Haag te melden. Het gaat om tien Joegoslavische burgers, twaalf Bosnische Serviërs en een Serviër uit Kroatië.
Indien de verdachten, onder wie de Bosnisch-Servische politieke leider Radovan Karadzic en de militaire leider Ratko Mladic, zich niet vrijwillig melden bij de politie of het federale ministerie van Justitie, grijpen de autoriteiten in.
„Nadat het ultimatum van drie dagen is verlopen, zal het ministerie de aanklachten van het internationale tribunaal overdragen aan de bevoegde rechtbanken, waarmee de procedure die is voorgeschreven door de wet wordt begonnen”, aldus de verklaring.
Karadzic reist naar verluidt frequent naar Montenegro en Mladic zou in Belgrado verblijven. Daardoor vallen zij beiden (soms) onder de Joegoslavische jurisdictie. Maar de Servische minister van Binnenlandse Zaken, Zikovic, zei dat de mensen op de lijst niet in Joegoslavië hoeven te zijn. „Het gaat om de lijst van het tribunaal in Den Haag voor de autoriteiten in Joegoslavië. Dat betekent nog niet dat mensen op de lijst in Joegoslavië zijn.”
Het Joegoslavië-tribunaal klaagt over een gebrek aan medewerking van de kant van Belgrado. Hoofdaanklaagster Carla Del Ponte, op bezoek in Bosnië, zei dat zij donderdag tijdens haar bezoek aan Joegoslavië de uitlevering van Mladic zal eisen. Zij zei te verwachten dat de voormalige legerleider in oktober in Den Haag achter de tralies zit.
„Mladic is een simpel geval. Wij weten waar hij is en wie hem beschermt. Naar onze mening is er alleen een politiek besluit voor nodig om hem te arresteren en over te dragen. Het zou donderdagkunnen gebeuren”, aldus Del Ponte. Het tribunaal „zal zijn poorten niet sluiten voordat Mladic en Karadzic voor de rechtbank staan.”
Op de lijst staan verder onder anderen de president van de deelstaat Servië, Milan Milutinovic, de voormalige vice-premier van Joegoslavië Nikola Sainovic en ex-legerleider Dragoljub Ojdanic.
Het parlement van Joegoslavië nam vorige week eindelijk een wet aan over samenwerking met het tribunaal. Daarmee werd het mogelijk verdachten uit te leveren. Sainovic en Ojdanic hebben onlangs verklaard bereid te zijn zich over te geven. Een andere aangeklaagde, voormalig minister van Binnenlandse Zaken Stojilkovic, schoot zich onlangs voor het parlementsgebouw door het hoofd. Hij overleed zaterdag.
De rechters van het Joegoslavië-tribunaal in de zaak-Milosevic hebben de juridische adviseurs van de verdachte meer rechten gegeven. Dat gebeurde na klachten van de ex-president van Joegoslavië dat hij zijn verdediging maar slecht kan voorbereiden.
Dit is voor een deel aan Milosevic zelf te wijten, omdat hij weigert een advocaat in de arm te nemen. Hij verdedigt zichzelf en heeft daarvoor „alleen een telefoon ter beschikking”, zoals hij telkens herhaalt. Een clubje vrienden in Belgrado helpt Milosevic bij de voorbereiding van de kruisverhoren van de getuigen van de aanklagers.
Twee van hen, de advocaten Zdenko Tomanovic en Dragoslav Ognjanovic, zijn ook regelmatig in Den Haag. Zij wonen het Milosevic-proces echter vanaf de publieke tribune bij, omdat zij formeel geen raadslieden van Milosevic zijn. Ook zijn zij slechts gewone ’bezoekers’ als zij Milosevic in Scheveningen opzoeken, wat betekent dat de gesprekken worden afgeluisterd.
Het tribunaal heeft nu besloten het tweetal dezelfde rechten toe te kennen als erkende raadslieden van een verdachte: zij hebben recht op vertrouwelijke gesprekken en vertrouwelijke correspondentie met de verdachte. In ruil daarvoor moeten zij zich aan de regels houden die voor de verdediging van elke verdachte gelden. Zo mogen zij bijvoorbeeld niet de identiteit bekendmaken van getuigen die voor hun eigen bescherming slechts anoniem willen optreden.
Hoofdaanklaagster Carla Del Ponte van het tribunaal wil in hoger beroep gaan tegen het rechterlijk bevel van 10 april om de aanklachten in het Milosevic-proces binnen een jaar af te ronden. Dit heeft de griffie van het VN-hof in Den Haag woensdag laten weten.